Deze vrouwen doen iets goeds voor de wereld ondanks gevaar voor eigen leven

Soesma zet zich in tegen moderne slavernij en Steffi is nu drie jaar actief op Lesbos met haar eigen stichting.

Iets goeds doen voor de wereld staat bij deze vrouwen hoog op de agenda. Ze verlieten huis en haard en vechten met liefde voor een ander. Omdat ze gewoon voelen: dit moet ik doen.

Soesma Radja (36) zet zich in tegen moderne slavernij, sinds zij daar tijdens een yogavakantie in India onverwacht mee geconfronteerd werd. Over de impact op haar leven schreef ze het boek Madam is not good.

“Tijdens mijn yogavakantie logeerde ik bij een welgestelde, chique madam. Na de rondleiding door haar huis zat ik aan de keukentafel even op haar te wachten, toen een meisje van een jaar of achttien de keuken binnenkwam. We schrokken omdat we elkaar niet verwachtten, en ze was meteen weer weg. Toen ik Madam later naar het meisje vroeg, zei ze: ‘Dat is mijn geadopteerde dochter’. Kort daarna vertrok Madam voor tien dagen naar het buitenland en had ik het rijk voor mij alleen. Voorzichtig zocht ik contact met de schuchtere Renuka en kwam ik meer over haar te weten. Na een tijdje vertelde ze ineens dat zij sinds haar zesde was mishandeld, misbruikt en op geraffineerde manier verhandeld, zodat anderen haar walgelijk konden uitbuiten. Ze liet me de littekens op haar lichaam zien, sommigen nog vers omdat Madam haar onlangs had afgeranseld.

“Vanaf dat moment moesten we in het geheim afspreken, omdat het huis omringd bleek door camera’s”

Camera’s
Terug op mijn kamer, besloot ik: ik kan niet terug naar huis met de wetenschap dat ik niets heb gedaan. Ik leef in de overtuiging dat je je medemens moet helpen op het moment dat die in nood verkeert. Dus ondernam ik actie. Vanaf dat moment moesten we in het geheim afspreken, omdat het huis omringd bleek door camera’s. Zelfs ik bleek in de gaten te worden gehouden. Vluchten was onmogelijk. Via via kwam ik in contact met Stichting Odanadi die jonge vrouwen en kinderen in India redt van uitbuiting. Zij deden onderzoek naar Renuka’s situatie en stelden een plan op hoe we haar konden bevrijden. Ze besloten een inval te doen.

 “Ik dacht een rustige yogavakantie te hebben, maar het eindigde in een thriller”

Rechtszaak
Dat was niet geheel zonder gevaar. Achter mensenhandel schuilt vaak een systeem van corruptie en geweld. Pooiers en kinderhandelaren vrezen voor hun inkomsten en daarom zijn ze medewerkers van de stichting liever kwijt dan rijk. Ik dacht een rustige yogavakantie te hebben, maar het eindigde in een thriller; na die inval moest ik mezelf in veiligheid brengen in een ander huis, omdat Madam intussen wist dat ik de tipgever was. Ik had slapeloze nachten en vreesde voor mijn eigen leven. Renuka is in een tehuis van de stichting geplaatst en daar heb ik gezien dat ze het goed heeft. Binnenkort zal ze getuigen in de rechtszaak tegen Madam. Maar omdat ze zich heeft durven uitspreken tegen mensenhandel leeft ze voortaan in onzekerheid. Toch leeft ze liever zo dan vastgebonden bij Madam.

Van jongs af aan heb ik gezegd dat ik me wil bezighouden met goeddoen in deze wereld en mensen helpen, maar ik had nooit gedacht dat dat op deze manier zou zijn. Mijn ideële kant is geraakt en ik voel me strijdbaar. Mensenhandel en slavernij vinden overal in de wereld plaats, maar we weten er te weinig van. Wie weet kan mijn verhaal bijdragen aan meer bewustzijn. Ik ben in elk geval bereid om op de barricaden te staan. Niet alleen voor Renuka, maar voor al die mensen die niet in staat zijn om alleen uit hun situatie te komen.”
Meer info: madamisnotgood.nl

Steffi de Pous (35) werkte als yogalerares, toen ze de foto van het Syrische jongetje dat levenloos aanspoelde op het strand onder ogen kreeg. Dat maakte haar zo verdrietig dat ze besloot vluchtelingen te helpen. Ze is nu drie jaar op Lesbos actief met haar eigen stichting.

 
“Eigenlijk kan ik helemaal niet tegen al het leed op aarde. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel is groot en ik ben heel gevoelig. Wanneer ik iets of iemand zie lijden, wil ik helpen de situatie verbeteren. Het in me opnemen van negatieve informatie zonder dat ik me ergens voor in kan zetten, geeft me een gevoel van onmacht. Daarom kijk ik nooit het nieuws en heb ik geen tv. Maar ik heb altijd gezegd: als de nood dichtbij is en ik kan het verschil maken, dan ga ik ervoor.
Babydragers
Via Facebook zag ik drie jaar geleden beelden van vluchtende Syriërs op Lesbos voorbijkomen. Ik zag moeders met hun dierbare spulletjes in een zware tas en vaak een baby onder de arm. Ik dacht: die kinderen moeten veiliger gedragen worden en die moeder moet haar handen vrij hebben. Samen met een vriendin bedacht ik een inzamelingsactie voor babydragers. Onmacht omzetten in daadkracht was zo’n fijn gevoel. Met een team van twee artsen, een verpleegkundige, twee vriendinnen en een lading van 7000 babydragers kwamen we aan op Lesbos. Omdat we moesten wachten op onze vrachtwagen zijn we op het strand gaan zitten. Net op dat moment kwam in de verte plotseling een boot met vluchtelingen aan.
“Ik had geen idee hoe ik die mensen moest helpen, maar vond intuïtief een oerkracht in mezelf”
Ik dacht: nu komt er wel iemand om deze mensen te helpen. Maar ik keek om me heen en er gebeurde niks. De boot kwam steeds dichterbij en plotseling realiseerde ik me: er komt helemaal niemand. Wij moeten dit doen! Nog altijd krijg ik kippenvel als ik aan dat moment denk. Ik, met mijn 52 kilo in dat ijskoude, woeste water, de boot die continu tegen mijn benen aanbotste en de complete chaos, omdat iedereen tegelijk van boord wilde. Ik had geen idee hoe ik die mensen moest helpen, maar vond intuïtief een oerkracht in mezelf.
 
Amper slaap
Het werd een week waarin ik leefde op adrenaline. In die tijd kwamen er dagelijks duizenden mensen aan in overvolle rubberboten. Velen van hen waren uitgedroogd, onderkoeld, uitgehongerd of verzwakt. Het ‘gewoon uitdelen’ van de babydragers bleek een naïef plan. Die eerste week Lesbos bestond uit amper slapen, onderkoelde baby’s opwarmen, huilende vrouwen opvangen, wonden verbinden en bananen, boterhammen, water en dekens kopen en uitdelen.
“Waarom doet niemand hier iets, dacht ik, waarom gaan jullie niet helpen?”

Ernstige omstandigheden
Het besef kwam pas toen ik in Amsterdam niet meer kon aarden. Waarom doet niemand hier iets, dacht ik, waarom gaan jullie niet helpen? Ik besloot drie maanden op het eiland te gaan wonen, dat is nu drie jaar geleden. Met mijn stichting werk ik in twee overvolle opvangkampen. De mensen daar hebben het zwaar; in de winter is er extreme kou, er is vervuiling, kinderen gaan niet naar school, zwangere vrouwen worden aan hun lot overgelaten en voor eten moeten de gezinnen vaak de hele dag in de rij staan.

Vorig jaar zijn er vijf mensen gestorven aan onderkoeling. Je moet je voorstellen dat ze de hele dag niets kunnen en mogen doen, daar word je knotsgek van. Om hier iets tegen te doen hebben we onder andere een communityruimte opgericht waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, dat is heel belangrijk. En we organiseren activiteiten, zoals breien, lezen, kletsen, koekjes eten en yogalessen.

Dankbaarheid
Met mijn hulp wil ik deze vluchtelingen na alle jaren in angst een beetje het gevoel geven dat ze mens zijn. De dankbaarheid die ik terugkrijg is hartverwarmend en dat zorgt ervoor dat ik doorga.Vroeger was ik onzeker over mezelf: ben ik wel knap genoeg, sterk genoeg, goed genoeg? Misschien heb ik mezelf tot het uiterste gedreven, maar heel langzaam groeit het idee dat ik eigenlijk best oké ben.”
Meer info: becausewecarry.org

Benieuwd naar de verhalen van Sandra Lako (arts in een kinderkliniek in Sierra Leone) en Tessa de Goede (helpt kinderen met een hazenlip in Guetemala)? Koop dan snel het Do Good Issue van Marie Claire in de winkel of koop ‘m hier.  
Tekst: Suzanne Arbeid
 

Laatste nieuws