Plus-size model Jana Voyvodich: “we zijn zoveel meer dan onze maat”

"Ik ben trots dat ik de wereld kan laten zien dat andere lichaamsvormen het verdienen om in de picture te staan."

Hoewel het nooit haar ambitie was om in de spotlights te staan, maakt Jana Voyvodich als plus-size model vol overtuiging deel uit van de body positivity movement. ‘Ik ben trots dat ik de wereld kan laten zien dat andere lichaamsvormen het verdienen om in de picture te staan.’

Plus-size modellen. Curves. Diversiteit. Body positivity. Het zijn een aantal termen die we de afgelopen twee jaar in toenemende mate om onze oren geslingerd kregen. Vergezeld door foto’s van knappe vrouwen die kennelijk een maatje meer hebben. Who cares?! Laten we stoppen met labels plakken en diversiteit accepteren als nieuwe norm. Ik ben zo’n plus-size model en ik kan je verzekeren dat mijn collega’s en ik niet de zoveelste hype zijn die weer overwaait. Wij zijn een stap in de goede richting wat betreft de representatie van vrouwen. Wij vrouwen zijn namelijk zo oneindig veel meer dan onze kledingmaat.

Ander lichaamstype
Model worden was nooit een droom van mij. Ik ben geen geboren entertainer, verlangde niet naar een plek in de spotlights en twijfelde dagelijks of ik wel leuk, interessant en mooi genoeg was. Op een dag werd ik opgemerkt door een scout en na mijn eindexamen verruilde ik de schoolbanken voor de fotostudio. Hartstikke eng vond ik dat in het begin. Pas na een paar opdrachten begon ik in te zien wat voor te gekke kans zich in mijn leven had aangediend. Ik mocht dit dan misschien heel spannend vinden, ik moest en zou ont- dekken wat het me kon opleveren. Dus beloofde ik mezelf dat ik me niet langer zou laten belemmeren door mijn twijfels en onzekerheden. Maar gaandeweg veranderde mijn lichaam en ik merkte dat ik niet meer kon voldoen aan de strikte eisen die de modewereld aan mij stelde.

Daarom stopte ik met modellenwerk. Ik was het zat om twee keer per maand op te komen draven bij mijn boekers voor het opmeten van mijn heup- en taille-omvang, en te horen dat ik bij de snoepla weg moest blijven. Het ding was namelijk: ik snoepte niet. Wel sportte ik zes dagen per week en had ik mezelf een streng eetregime opgelegd, zonder het resultaat te zien dat mijn boekers en ik daarmee voor ogen hadden. Inmiddels weet ik dat ik gewoon een ander, voller lichaamstype heb dan mijn collega’s toentertijd. Ik schoof terug tussen de schoolbanken, deed een studie en genoot van het studentenleven. Pas een aantal jaren later ontdekte ik dat er in diezelfde modewereld ook een plek was voor vrouwen zoals ik. Ik meldde me weer aan, deze keer bij een Brits agentschap. Vanaf dat moment is mijn carrière gaan lopen. 

“Ik was het zat om steeds te horen dat ik bij de snoepla weg moest blijven”

 

Booty building
Ik denk niet dat ik dit niveau als straight-size model ooit had bereikt. Ik zie mijn opdrachten elk jaar toenemen en bewonder hoe mijn collega’s hun dromen waarmaken en tegelijkertijd het bekrompen schoonheidsideaal oprekken. Ik begrijp best dat voorbijgangers even stoppen en vertwijfeld opkijken als ik op één of ander zonovergoten strand in bikini poseer voor de camera. “Ze is niet zo mager als de meeste modellen”, hoorde ik een ouder echtpaar eens mompelen. Klopt, ik heb mollige armen, een rolletje of wat als ik zit, en een thigh gap is in geen velden of wegen te bekennen. Als je denkt dat ik me opgelaten voel in zo’n situatie kan ik je geruststellen: ik ben juist trots dat ik de wereld kan laten zien dat ook andere lichaamsvormen het verdienen om in de picture te staan.

Als ik niet aan het werk ben, vind je me in de sportschool. Ook van modellen met een grotere maat wordt immers verwacht dat ze in shape zijn. Hetzij een ietwat rondere shape… Ik train dus niet op calorieverbranding, maar op spieren kweken en booty building, en na de training trek ik met een gerust hart een zakje chips open. Mocht de kleding dan alsnog niet als gegoten zitten (het ene kledingstuk is het andere niet), dan heeft de styliste meestal wel trucjes om de boel op te vullen of in te nemen. Weleens gehoord van paddings? Elk plus-size model heeft ze standaard in haar koffer. Het klinkt misschien als valsspelen, maar het is niets anders dan een praktisch hulpmiddel om te zorgen dat kleding goed zit. Het mooie van plus-size is namelijk dat de modellen – in tegenstelling tot straight-size modellen – niet allemaal dezelfde maat hebben. Plus-size model ben je al vanaf maat 38, hoewel je in Europa het meeste werk hebt met maat 42 of 44.

“Plus-size model ben je al vanaf maat 38, hoewel je in Europa het meeste werk hebt met maat 42 of 44”

Typecasting
De term plus-size is omstreden en ik begrijp waarom. Het is een raar gegeven dat een vrouw met maat 38, wat nog zeker twee maten onder het Nederlandse gemiddelde is, in de modewereld getypeerd wordt als curvy. Ik neem er geen aanstoot aan, maar ik kan me voorstellen dat het voor sommigen verwarrend en zelfs kwetsend is. Realiseer je daarom goed dat die termen vooral in het leven geroepen zijn met een praktisch doel: onderscheid maken tussen verschillende categorieën helpt klanten bij het vinden van een geschikt model. In de mode wordt nu één- maal gewerkt met sample sizes en wanneer de stylist een maat 36 heeft liggen, is het niet zo handig als – to name one – Ashley Graham met haar wulpse rondingen binnenwandelt.

Toch wil uiteindelijk elk model, net als iedere vrouw, gezien worden om wie ze is. De eerste drie jaar van mijn modellencarrière werkte ik als model zónder bijvoeglijk naamwoord. Buiten het feit dat ik wel degelijk forser ben dan reguliere modellen – dat is goed te zien als je ons naast elkaar zet of ons ondergoed naast elkaar aan de waslijn hangt – is er nauweijks verschil. Alleen het soort opdrachten is net even anders. Als plus-size model werk ik negen van de tien keer voor een kledingmerk. De beautyindustrie is nog altijd vrij terughoudend als het gaat om modellen met een grotere maat dan 36. We worden helaas zelden geboekt door high-end tijdschriften en ook zijn er nog altijd modehuizen die niet groter dan maat 42 produceren. Een gemiste kans. Ik ken zó veel vrouwen met maat 44 of groter die maar wat graag een paar designeritems in hun kast zouden willen. Veel curvy collega’s treden voor hun werk dan ook buiten de landsgrenzen. Gelukkig is de markt wel en in rap tempo zichtbaar aan het veranderen, zowel binnen Nederland als daarbuiten.

“Ik train niet op verbranding, maar op spieren kweken en booty building”

Modellenloterij
Toen ik deze zomer voor werk in New York moest zijn, zocht ik mijn collega’s Melissa Koolen en Marte Bone- schansker op, die daar nu wonen en naam maken. Tijdens dat weekje New York kwam ik erachter dat het modellenbestaan daar een stuk pittiger is. In Europa heb ik mijn vaste klanten en werk ik via direct bookings. Dat wil zeggen dat ik de meeste opdrachten krijg zonder dat ik op casting hoef of on stay moet zijn in het land van de opdrachtgever. Ik word overgevlogen, doe mijn werk en lig met een beetje geluk diezelfde avond weer in mijn eigen bed. Dit is anders voor de meeste straight-size modellen die in veel gevallen wel eerst op casting gaan en voor langere tijd in een land moeten verblijven willen ze geboekt worden. We zijn nu eenmaal een niche, dus opdrachtgevers zijn eerder bereid een goed plus-size model in te vliegen. In New York ben ik echter een nieuw gezicht en moet ik met portfolio onder de arm en hakken van 8 inch in mijn tas op go & see bij potentiële klanten: mezelf ‘verkopen’. Ik ben daar one-of-a-million in plaats van one-in-a-million.

 

          

New York
Collega Marte erkent dat het zwaar kan zijn, maar ziet het ook positief in: ‘Het wonen en werken in New York is intens. De winters zijn koud en de zomers bloedheet, maar het mooie is dat hier alles kan gebeuren. Het is zomaar mogelijk dat je wordt geboekt voor een wereldwijde campagne of een editorial in, ik zeg maar wat, de Amerikaanse Vogue. Een big break behoort altijd tot de mogelijkheden.’ Als ik Marte goed begrijp, is het in New York alsof je meedoet aan een soort ‘modellen- loterij’. Je kunt zomaar eens winnen en dan ben je binnen. Is het leven dan niet eenzaam, in een stad waar je één van de duizend bent, vraag ik me af. Volgens collega Melissa hoef ik me daar geen zorgen over te maken. ‘De band tussen plus-size modellen is warm en gemoedelijk.

Er heerst totaal geen sfeer van rivaliteit.’ In de week dat ik met mijn collega’s optrek, merk ik dat zelf ook. Het draait niet om concurre- ren. De vrouwen hier willen elkaar juist empoweren en juichen de ander toe wanneer zij wordt geboekt voor een gave job. Marte: ‘Iedereen steunt elkaar en zoekt elkaar op buiten het werk, juist omdat we hier allemaal alleen zijn.’ Wie had dat gedacht? De plus-size scene in New York is dus levendig, hotter dan ooit en óók nog eens gezellig.

Body positivity movement
Er is een curve-revolutie gaande en daardoor ben ik als plus-size model ongevraagd – maar zeker niet ongewild! – in de wat ze noemen ‘body positivity movement’ beland. Een beweging waarin vrouwen elkaar steunen onderweg naar acceptatie en zelfliefde. Ik ben geen activist en toch heeft wat ik doe als bijeffect dat andere vrouwen zich een beetje beter voelen over hoe zij eruit zien. Ben ik plus-size model geworden om andere te inspireren? Nee, zeg ik je eerlijk. Maar het doet me goed dat ik iets kan doen wat mij gelukkig maakt en tegelijkertijd bijdraagt aan een positiever zelfbeeld van meisjes en vrouwen. Wat mij betreft zijn er nu en in de toekomst modellen in alle soorten en maten, zodat elke vrouw, ongeacht haar leeftijd, huidskleur of kledingmaat, zich vertegenwoordigd voelt. Daar deel van mogen uitmaken, is en blijft een grote eer.”

Lees ook: Dit zijn Winnie Harlow haar ultieme beautygeheimen

Tekst: Jana Voyvodich | Fotografie: Nine Ijff

Laatste nieuws