Yala Yala Surfwalhalla: Marie Claire strijkt neer in Taghazout

Aan de Marokkaanse westkust wemelt het van de relaxte dorpjes waar je surf- en yogalessen kunt nemen...

365 dagen per jaar zon, een verkoelende zeebries en de geur van versgegrilde vis. Aan de Marokkaanse westkust wemelt het van de relaxte dorpjes waar je surf- en yogalessen kunt nemen. Marie Claire strijkt neer in Taghazout.

Yalla, yalla!
Na nog geen vier uur vliegen komen we aan in Agadir, een kustplaats in het zuidwesten van Marokko. Onze chauffeur Adil komt ons oppikken op het vliegveld en onderweg maken we direct kennis met het hysterische Marokkaanse verkeer. Ons busje scheurt over de weg, die geen linker- of rechterbaan lijkt te hebben. Auto’s voor ons rijden kriskras over de tweebaansweg. Onze chauffeur is er niet van onder de indruk en laveert zijn vierwieler er als een ware Tom Cruise in Mission Impossible doorheen. Als hij merkt dat wij het vrolijke nummer met Marokkaanse klanken fantastisch vinden, draait hij de volumeknop op maximaal. “Yalla, yalla! Welcome to Morocco!” roept hij. Het nummer is van de Marokkaanse zanger Cheb Houssem, weet Shazam ons te vertellen, een van de bekendste zangers van het land. We zijn op weg naar het dorp Taghazout – ooit een vissersdorp, nu een surfparadijs – zo’n twintig kilometer ten noorden van Agadir. In de jaren zestig kwamen hippies en surfpeeps hier al bijeen om te ontspannen en de golven te trotseren.

De weg naar ons verblijf kronkelt langs de arganbomen en daarachter zien we vrolijke witte en terracottakleurige huisjes, met hier en daar een wapperende palmboom. We weten dat we op de plaats van bestemming zijn als we een klein dorpje in rijden, waar surfers ons op blote voeten tegemoet lopen en we overal verdwaalde surfplanken zien staan, zelfs tussen de geiten. We rijden tot het einde van het dorp, richting het strand en arriveren bij ons verblijf: boetiekhotel Amouage.

 

Home is where the waves are
Host Yassine verwelkomt ons en wijst ons onze kamer: fris, wit, ingericht met Marokkaanse accessoires en designmeubelen, en met uitzicht op de Atlantische Oceaan en de infinity pool van het hotel. Vanaf het balkon spotten we fijne zithoekjes, hangmatten en comfortabele ligbedden rondom het zwembad en in de tuin. Maar het is nog geen tijd om te relaxen, komt onze host ons vertellen. We mogen direct onze wetsuits ophalen, een paar deuren verder. We worden vrolijk onthaald door Marokkaanse surfdudes, die ons een pak aanmeten en met een camper richting beginnersstrand brengen. Aan alles is gedacht – zelfs de playlist in het busje is speciaal samengesteld voor surfgasten, om dat echte hippiegevoel naar boven te brengen. U2, Ben Howard, Mumford & Sons: dit is waar het surfvolk naar luistert. Op het strand krijgen we een korte uitleg over de basisprincipes van het surfen en kort daarna mogen we het water in, dat warmer is dan we hadden verwacht. Het water weerkaatst het zonlicht, waardoor het glinstert. Het is december, maar hier schijnt nog altijd de zon.

We doen ons best om de theorie in praktijk te brengen, en even lukt het om rechtop op het surfboard te staan. Eenmaal uit het water en op het strand drinken we nog een muntthee en met zout in ons haar en een blos op de wangen gaan we terug, om in het hotel aan te schuiven aan een lange dinertafel. Bij Amouage koken de chefs elke ochtend en avond de lekkerste Marokkaanse specialiteiten, die op grote schalen worden opgediend. Je eet hier samen met je kampgenoten en ’s avonds kletst iedereen nog wat na over de dag. ‘Hoe waren de golven op Imourane Beach?’, dat soort dingen. High van de zon, het eten en de Marokkaanse rode wijn, slapen we vroeg en tevreden in.

“Aan alles is gedacht – zelfs de playlist in het busje is speciaal samengesteld voor surfgasten”

Goddelijk eten
De volgende ochtend willen we het dorpje ontdekken. We maken een eerste pitstop bij Café Mouja: een hippe koffiebar en surfshop in één. Aan de wand hangen grote lijsten met spectaculaire surffoto’s en op de banken liggen kleurrijke Marokkaanse kussens. Als we een koffie en een meskouta (sinaasappelcake) bestellen, vertellen we de ober wat we gaan doen. “De stad ontdekken.” Hij grinnikt. Het ‘centrum’ van Taghazout – zo ontdekken we later – is namelijk niet veel meer dan één groot plein, met enkele kronkelende straatjes eromheen. Je kunt er terecht voor vers brood, een kleed of een surfplank. We duiken de straatjes in. Voor de lunch strijken we neer bij L’Auberge, een tip van onze host. Het restaurant ligt pal aan het stadsstrand van Taghazout. Vanaf het terras – overdekt met een zee van witte bloemen – zien we kamelen voorbijhobbelen en kinderen in de blauwe vissersbootjes op het zand spelen. Hoewel de surfindustrie inmiddels de economische drijfveer is van het dorp, wordt er nog steeds volop gevist. Een familie maakt muziek op het strand, zingt en danst. We kunnen niet kiezen wat we zullen eten en bestellen een plank met Marokkaanse dips, een salade en een tajine met kip. God-de-lijk. Maar dan moeten we alweer terug naar ons verblijf, want surfleraar Said verwacht ons voor een tweede poging op de plank. We gaan naar het strand.

“Een familie maakt muziek op het strand, zingt en danst”

Marokaanse avond
van Imourane, een klein dorp naast Taghazout. Vanaf onze surfplank zien we het dorpje voor ons liggen. Een stel honden plaagt een stel geiten, die voor een van de stenen huisjes bij elkaar staan. Het enige restaurant aan het strand bestaat uit vier muren met een Coca- Cola-schildering op de stenen en een aantal witte plastic stoelen. “Eindelijk”, zegt Said, “voor het eerst liggen jullie ontspannen op je surfboard. Er is geen reden om zo gespannen te zijn. De zon schijnt, je ligt in de zee en je hebt vakantie. Dat is precies het gevoel dat je moet onthouden als je op je plank staat. Ontspannen, kijken waar de golf je brengt en proberen met de plank onder je voeten te spelen.” Zijn peptalk helpt. We staan én kunnen blijven staan tot de golf het strand bereikt. Missie geslaagd.

We gaan terug naar het hotel voor het avondeten. Bij Amouage is het Marokkaanse avond, met schalen vol couscous, merguezworst, gestoofd lamsvlees en tajines. Het is buffetavond en we zitten niet aan een lange tafel, maar in het gras, op handgemaakte tapijten en poefen. We voelen ons nu al thuis in Taghazout. 

Zes paar leren slippers
Het is zondag en dat betekent dat marktkoopmannen hun kramen opzetten in Souk El Had in Agadir. Het is de grootste markt in de regio. We bedenken alvast wat we willen kopen en maken een lijstje. Bij de eerste kraam is het direct raak. We zien een handgemaakt hoogpolig berberkleed liggen, roomwit met zwarte ruiten – past perfect in een strak Scandinavisch interieur. Vandaag moeten we onze onderhandelingsskills testen. Ten eerste is het belangrijk om zelf in alle rust te bedenken wat je ervoor zou willen uitgeven, voordat je het onderhandelingsproces in stapt en je laat meeslepen door de slimme verkooptrucs van de winkeleigenaren.

De koopman start zijn bod op 1800 dirham, zo’n 160 euro. Wij doen een tegenbod van 1000 dirham, zodat we (hopelijk) uiteindelijk uitkomen op 1200 dirham (zo’n 110 euro) – het bedrag dat we voor het kleed willen uitgeven. “Veel te laag”, is het antwoord van de koopman. “Veel te hoog”, is ons antwoord. Hij zakt van 1600 naar 1400, naar 1300. Hij heeft een deal. Op naar de schoenenkraam waar we zes paar suède en leren slippers scoren, in prachtige aardetinten, identiek aan de kleuren van de huisjes in ‘ons’ dorp Taghazout. We ploffen met onze aankopen in een café in het midden van de souk neer voor een koude cola en gaan terug naar het hotel om de dag af te sluiten met ‘Sunset Yoga’ op de bovenste verdieping van hotel Amouage. We kijken uit over de oceaan en zien hoe de lucht oranje-roze-geel kleurt, een van de meest magische zonsondergangen die we ooit hebben gezien.

“Op naar de schoenenkraam waar we zes paar suède en leren slippers scoren, in prachtige aardetinten”

Killer Point beach
Vandaag rijden we richting het noorden, naar de ruige kust voor professionals. We beginnen bij Killer Point, een strand dat zijn naam niet kreeg vanwege de verwoestende golven, maar vanwege de orka’s (killer whales) die hier graag voorbij zwemmen. We rijden vervolgens door naar Anchor Point – het allerbekendste strand onder pro surfers – en eindigen in Imsouane, net als Taghazout een visserdorpje dat nu vooral dienst doet als surfdorp. Hier hebben ze naast fantastische golven ook geweldige visrestaurants. Als we op het strand staan met onze surfplank komt er een duiker het water uit lopen met een gigantische inktvis. “Verser krijg je ze niet”, zegt onze surfinstructeur. We rijden voor de avond terug naar Taghazout, want vanavond dineren we op het dakterras van Munga Guesthouse – een hotel midden in het centrumpje van Taghazout.

De unieke, luxe kamers – ingericht door een Zwitserse dame met een liefde voor antiek en curiositeiten – zijn uitgerust met grote, hamamachtige badkamers. Er is een binnentuin met een Italiaans restaurant en een fijne huiskamer met haardvuur. Maar het dakterras steelt de show: het is verlicht met olielampen en kijkt uit op zee. Je kunt kiezen uit vlees, vis, of vega en krijgt een verrukkelijk driegangendiner voorgeschoteld. We sluiten onze reis af met nog meer Marokkaanse wijn, nog meer goddelijke tajine, een gezonde gloed en nieuwe energie. 

“Maar het dakterras steelt de show: het is verlicht met olielampen en kijkt uit op zee”

Lees ook: Deze app helt je de coolste plekken te spotten 

Tekst en fotografie: Yeliz Cicek

Laatste nieuws