In vertrouwen: ‘Het moet in mijn ogen altijd groener’

Rinske denkt bij alles wat ze doet, koopt of eet na of het wel goed is voor onze planeet.

Rinske de Mooij (37) denkt bij alles wat ze doet, koopt of eet na of het wel goed is voor onze planeet. Volgens familie en vrienden is haar hang naar ‘groen’ een volslagen obsessie geworden.

Verdiepen

Rinske: “Tot drie jaar geleden hield ik me niet zo bezig met het wel en wee van moeder aarde. Natuurlijk scheidde ik mijn afval, hield ik glas en batterijen apart en stopte ik kleding die ik niet meer droeg in de daarvoor bestemde container, maar daar was dan ook echt alles mee gezegd. Ik was me er niet van bewust hoeveel ik consumeerde en hoezeer dat ten koste ging van de energie van anderen en van ons milieu. Dit veranderde toen ik een coachopleiding ging volgen en in aanraking kwam met mensen die zich bij alles wat ze deden afvroegen of het wel goed was voor iedereen en of ze echt niemand schade zouden berokkenen. Ook niet de de generaties na ons. Zo had ik het nog nooit bekeken. Door de omgang met mijn medestudenten, die shirts droegen met teksten als: ‘do more yoga, eat more plants’, ging er een compleet nieuwe wereld voor me open. Waarom wist ik dit niet?

Het duurde niet lang of ik wilde me ook inspannen voor een duurzamere leefstijl. Dat ging stapsgewijs. Een van de eerste dingen die ik besloot te veranderen, was stoppen met het eten van vlees. Nu ik me in duurzaamheid begon te verdiepen en er met mensen over in gesprek ging, begon ik beseffen hoeveel negatieve impact de vleesindustrie heeft op ons welzijn. Zowel voor de dieren als voor de mensen, en voor onze aarde. Misschien heb je weleens gehoord dat er voor één biefstuk wel vierduizend liter water nodig is. En dan heb ik het nog niet over de opwarming van de aarde, het stikstofprobleem en het mestoverschot. Een jaar terug ben ik daarom van vegetarisch overgestapt op veganistisch, dat bevalt me nog beter.

Blij met elke bij

Met enkel stoppen met het gebruik van dierlijke producten was ik er nog niet. Wat dacht je van alle gif die gebruikt wordt om onze groenten en fruit te kweken? Ik werd doodongelukkig van het idee dat ik dat mijn kinderen, partner en mezelf iedere avond voorschotelde. Ik moet een moestuin, bedacht ik. Maar omdat ik echt te weinig tijd heb om zelf groente te verbouwen, haal ik nu al mijn groente en fruit bij de moestuin of in de bio-winkel. Stukken duurder, maar veel eerlijker en smakelijker. Daarnaast kweek ik een paar soorten groente in mijn eigen achtertuin. Verder heb ik alle tegels – die mijn man er een paar jaar terug met bloed, zweet en tranen in heeft gelegd – uit de voortuin gehaald, zodat ik er zaden kon strooien van bloemen die nectar bevatten en dus goed zijn voor insecten. Ik ben als een kind zo blij met elke bij of vlinder die door mijn tuin vliegt. Al die betegelde straatjes zijn niet goed voor de dieren en ook niet voor de grond.

“Even snel boodschappen doen is er niet meer bij, want ik lees elk etiket”

Schuldgevoel

Als je je eenmaal in duurzaam leven gaat verdiepen, krijg je zicht op wat je zelf als consument allemaal kunt doen om hier een bijdrage aan te leveren. Nadat ik een lezing had bijgewoond over palmolie en de palmolie-industrie werd mijn koopgedrag nog bewuster. Er worden bomen gekapt om die palmolie te kunnen produceren, Elke dag verdwijnt er een stuk regenwoud zo groot als de stad Amsterdam, en Nederland neemt jaarlijks enorm veel olie af. Palmolie is een goedkoop vulmiddel dat in heel veel producten zit, onder verschillende benamingen. Daar wil ik niet aan meewerken. Je begrijpt dat gewoon even vlug boodschappen doen er voor mij al tijden niet meer bij is. Ik lees ieder etiket nauwkeurig en ken ondertussen bijna alle afkortingen. Het komt regelmatig voor dat ik een pak koekjes weer terugleg, omdat ik het niet vertrouw. Keurmerken geven ook geen garantie. Als alternatief bak ik thuis mijn eigen koek of taart, waar ik me dan ook weer schuldig over voel omdat een oven heel veel stroom verbruikt. En zo is het dus constant wikken en wegen. Want wanneer doe je het nou echt goed? Hoe meer ik weet, hoe lastiger het soms lijkt te worden.

Een tijdje terug had ik wasbaar maandverband gekocht. Doordat je het kunt uitwassen, kun je het steeds opnieuw gebruiken. Dat leek me een goed alternatief voor het reguliere wegwerpverband, dat heel erg belastend is voor het milieu omdat er zoveel plastic in zit. Halverwege de nacht schrok ik opeens wakker. Had ik echt een goede koop gedaan? Al dat wassen kost ook weer heel veel water, zeker zo’n was op zestig graden. Ik doorzocht het web en stuitte op een discussie over wegwerpluiers versus katoenen luiers. Dan kan ik echt urenlang meelezen en van forum naar forum gaan. Dag nachtrust! Datzelfde paniekerige gevoel kan me overvallen als ik eten moet weggooien omdat het over de datum is. Eigenlijk kan ik dat niet over mijn hart verkrijgen. Mijn kinderen mogen het ook niet, al denk ik dat ze op school soms best stiekem een boterham in de prullenbak smijten. Al met al is mijn hart steeds groener geworden.

Cosmetica die op dieren getest is, komt er bij mij niet in en honing van de supermarkt evenmin. Als ik mijn hond uitlaat, heb ik altijd een speciale zak bij me om afval te kunnen rapen. En ik kom steeds op nieuwe ideeën om nog duurzamer te leven. Zo las ik bijvoorbeeld tijdens een retreat in Zuid-Frankrijk het gastenreglement, waarin gevraagd werd zo min mogelijk zeep en shampoo te gebruiken. Het duurt namelijk decennia voordat zeepresten afgebroken zijn. Bij de accommodatie stond een tank waarin al het gebruikte water werd opgeslagen. Dit werd natuurlijk onderwerp van gesprek, want wie houdt er nou niet van een lekkere dot schuim? Opeens hoorde ik een van de deelnemers iets zeggen over biologisch afbreekbare shampoo, en ze had ook tandpasta van hetzelfde merk. Eenmaal thuis ben ik al die verantwoorde verzorgingsproducten meteen gaan bestellen. Die biologisch afbreekbare tandpasta is voor mijn kinderen echt the limit. Ze vinden ’m lang niet zo fris en gaan er volgens hen zelfs van uit hun mond ruiken. Mijn man maakt het qua gebruik niet uit, maar hij klaagt wel dat deze omschakeling ons handen vol geld en tijd kost. Hij vindt dat ik er echt in doordraai.

“Die biologisch afbreekbare tandpasta is voor mijn kinderen echt the limit”

100% afbreekbaar

Mijn kinderen hopen dat klasgenootjes me niet zien bij de supermarkt. Inmiddels is onze hele huis ‘biologisch afbreekbaar’, van schoonmaakmiddelen tot afvalzakken. Ik maak ook sommige producten zelf, zoals wc-reiniger of crème. Mijn man en kinderen worden gek van mij en mijn eeuwige hang naar duurzaamheid. Ik daarentegen vind het nog altijd niet duurzaam genoeg. Ik speur het hele internet af naar opties om nog verantwoorder te leven. Laatst stuitte ik op een boek van een Amerikaans gezin dat nul afval produceert, zó inspirerend.

Een tijdje terug organiseerden we een ‘plastic attack’ bij de supermarkten in onze regio. Samen met andere ‘groene’ mensen stond ik bij de ingang om het winkelend publiek te vragen hun plastic in de supermarkt achter te laten. Mijn kinderen schaamden zich werkelijk dood. Ze waren bang dat klasgenoten zouden zien hoe hun moeder frisdrankflessen uit de verpakking stond te trekken. Ik vond het juist een goede zaak om aan te zetten tot bewustwording, want waarom moet elke paprika apart verpakt zijn? Dat mijn omgeving het jammer vindt dat ik zo ben veranderd en milieubewust ben geworden, vind ik wel spijtig.

Duurzaam gezeur

Laatst kreeg ik van mijn beste vriendin de volle laag. Ik vroeg haar of ze een verlanglijstje had, waarop ze heel bits antwoordde dat ik al jaren met fairtrade-chocola, biologische wijn of sokken gemaakt van gebruikte visnetten kwam aanzetten, en dat ze op dat soort duffe cadeaus echt niet zat te wachten. Zij leeft nog in een wereld waarin mooie spullen verzamelen een must is. Ik herken mezelf erin, maar dan zoals ik vijf jaar geleden was. Mijn man en ik hebben de laatste tijd vaak woorden. Onze jaarlijkse verre vakantie is bijvoorbeeld echt een punt van discussie. Helaas heeft hij geen last van vliegschaamte dus die vakantie gaat door. Om mijn schuldgevoel af te kopen, doneer ik na iedere trip met het vliegtuig een groot bedrag aan een boomplantproject.

Ik woon op het platteland in een oude stolpboerderij, maar veel liever zou ik in een huis wonen waarin je totaal zelfvoorzienend kunt leven. Ik weet dat ik mijn man er nooit in meekrijg; ons huis is van zijn ouders geweest en hij wil er echt niet weg. Wat dat betreft zitten we niet helemaal op dezelfde golflengte en dat is zo jammer. Duurzaamheid is niet zomaar een loze kreet maar een levensstijl, en die zou ik graag met mijn gezin willen delen. Het heeft me veel gebracht om op een bewustere manier naar alles om me heen te kijken, maar het zorgt op een bepaalde manier ook voor onrust. Zolang je onwetend bent, hoef je je ook niet schuldig te voelen als je iets fout doet. Maar sinds ik me bewust ben van mijn bijdrage aan de wereld, ben ik altijd bang dat ik niet genoeg doe. En mijn goede bedoelingen zorgen voor spanningen tussen mij en mijn man. Zodra ik volgens hem te belerend ga doen of weer eens opdreun wat wel of niet verantwoord is, loopt hij met zijn handen over zijn oren de kamer uit. Dan weet ik dat ik weer te ver ben gegaan.”

Bron: Natasja Bijl | Beeld: Dustin Dagamac

Laatste nieuws