Thuiswerkstress? Zo voorkom je een burn-out

In tijden van corona en thuiswerken neemt het aantal burn-outs explosief toe.

In tijden van corona en thuiswerken neemt het aantal burn-outs explosief toe – vooral bij vrouwen. Hoe zit dat en wat kun je doen om dat punt van totale uitputting voor te zijn?

Burn-out

Al lang voordat corona ons de kantoren uit joeg en onze huizen in – wat weer allemaal nieuwe problemen met zich meebracht – was menig vrouw akelig bekend met dat gevoel van volledige uitputting, oftewel burn-out. Waar de World Health Organization dit complete gebrek aan energie exclusief toeschrijft aan chronische stress op de werkvloer, weten veel vrouwen wel beter. Want ja, sommigen storten daadwerkelijk in onder enorme werkdruk (en daar ligt zéker een rol voor bedrijven), maar het is ook al tijden de combinatie van werk en privé die vrouwen nekt. Iets wat tijdens de lockdown een dieptepunt bereikte, toen ouders opeens ook de rol van leraar op zich moesten nemen. Tijd om in de cijfers te duiken, want hoe groot is dit probleem nu echt?

Volgens het Nationaal Centrum Preventie Stress en Burn-Out (NCPSB): enorm groot. De burn-out is bezig een epidemie op zich te worden. Al in augustus luidde het NCPSB de noodklok toen uit hun onderzoek bleek dat 56% van de werkenden binnen nul tot zes maanden uitvalt als ze nu geen ondersteuning krijgen – dat zijn maar liefst vier miljoen mensen! Ter vergelijking: in 2019 was dat 17% – ook niet mals overigens. Maar sinds COVID-19 zijn intrede heeft gedaan, rijst de kans op burn-out pas echt de pan uit. De kans ja, want de testmethode van het NCPSB registreert niet alleen de al waarneembare symptomen van een burn-out, maar ook de mentale weerbaarheid van de onderzoekspersonen – wat een voorspellende waarde heeft

Professionele isolatie

Het zal niemand verbazen dat het met name IC-medewerkers zijn die op hun tandvlees lopen: maar liefst 81% zit volgens het NCPSB in de gevarenzone – en ten tijde van dat onderzoek moest de gevreesde tweede golf nog komen. Maar ook al die nieuwbakken thuiswerkers lopen risico op een burn-out. Internationaal onderzoek naar thuiswerken van hoogleraar psychologie Mark van Vugt van de Vrije Universiteit heeft aangetoond dat na langdurige ‘professionele en sociale isolatie’ burn-outklachten op de loer kunnen liggen. Want ja, opeens moet je de inspiratie, structuur, discipline en gezelligheid uit jezelf halen. Waar de een gek wordt van de hel die Zoom-vergaderen heet, verlangt een ander juist naar een contactmoment omdat die zijn collega’s anders echt nooit meer ziet. Of je blijft maar doorgaan, zonder kantoordeur om achter je dicht te trekken of leidinggevende die signaleert dat je wel erg lange dagen maakt. Ook baanonzekerheid kan voor complete uitputting zorgen.

Theo Immers, voorzitter van het NCPSB: “Baanonzekerheid stelt de werknemer voor een duivels dilemma. Voor zijn of haar eigen welzijn zou die zijn probleem met de werkgever moeten bespreken. Wat we echter zien, is dat werknemers dat juist niet doen omdat ze hun baan willen behouden. Ze gaan bovendien een tandje bijzetten om zichzelf onmisbaar te maken. Dat verhoogt de stress en zo werkt de werknemer mee aan zijn eigen uitval.”

Is het een vrouwending?

Rijst de vraag: hebben vrouwen meer kans op burn-out? Ja, blijkt uit onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR): 1,5 maal zo veel. De redenen? Vrouwen werken vaker in sectoren met hoge werkeisen (zoals in het onderwijs of de zorg), vaker in laagbetaalde banen met flexcontracten (zoals in de thuiszorg of schoonmaak) én vrouwen nemen nog steeds het grootste gedeelte van de zorgtaken thuis op zich. Het rapport ‘Kansen voor werkgevers bij burn-out onder vrouwen’ van belangenorganisatie WOMEN Inc. in samenwerking met Aegon bevestigt dat naast de toenemende werkdruk inderdaad de combinatie van werk en zorg de belangrijkste reden is voor burn-outklachten: vrouwen nemen anderhalf keer zoveel zorgtaken op zich als mannen. Theo Immers van het NCPSB ziet nog iets anders: “Daarnaast geldt voor álle vrouwen dat ze het zwaarder hebben dan mannen, omdat het veel moeilijker is om hun ambities waar te maken en aan de top te komen. Ze moeten twee keer zoveel presteren om even ver te komen in hun carrière en hetzelfde te verdienen.”

Ook van de andere kant van de oceaan kwam zorgwekkend nieuws. Uit het jaarlijkse rapport Women in the Workplace 2020 van vrouwencommunity LeanIn en organisatie-adviesbureau McKinsey & Company bleek dat maar liefst een kwart van de Amerikaanse vrouwen in ‘senior-level posities’ overweegt om minder te gaan werken of hun baan op te zeggen vanwege corona. Met de kanttekening dat scholen en crèches in Amerika nog steeds veelvuldig gesloten zijn, voelen veel vrouwen zich opgebrand door de combinatie van zorgtaken en werk en het gevoel daardoor altijd ‘aan’ te moeten staan. Vrouwen blijken er ten tijde van corona maar liefst twintig uur werk per week bij te hebben gekregen. Twintig uur! Sheryl Sandberg van LeanIn zei hierover: “Uit onze cijfers blijkt dat vrouwen zelfs vóór de pandemie al dubbele shifts werkten. Nu met het coronavirus werken ze een driedubbele shift.”

Aangeven dat ze opgebrand raken, durven de meeste Amerikaanse vrouwen overigens niet, bang als ze zijn dat het ze een negatieve beoordeling oplevert. Uit het onderzoek van WOMEN Inc. en Aegon blijkt dat 40% van de Nederlandse vrouwen ook niet tegen haar leidinggevende durft te zeggen dat ze de werkdruk (eventueel gecombineerd met zorgtaken) momenteel niet aankan. En dat terwijl 59% van de ondervraagden aangeeft dat corona op het werk voor veel spanningen zorgt, en het voor bijna de helft van de vrouwen ook in hun privéleven veel stress meebrengt.

Bedrijven moeten ook dan aan de slag

Het zegt natuurlijk iets over de bedrijfscultuur dat zo veel vrouwen hun klachten niet aan durven geven bij hun leidinggevende. 64% van de vrouwen die zijn uitgevallen door stress of burn-out ervaart een groot taboe bij het bespreken hiervan met hun werkgever. Nog erger: een even groot percentage geeft aan dat er niets werd gedaan toen zij de klachten wél aan hun werkgever kenbaar maakten. Hierdoor komt ondersteuning vaak te laat en is het risico op (langdurig) verzuim groot. Emma Lok, directeur WOMEN Inc.: “Uit het onderzoek blijkt dat de overgrote meerderheid van de vrouwen (85%) het gevoel heeft dat ze er zelf voor moet zorgen om niet overspannen te raken. Als ze klachten ervaren, melden vrouwen zich niet altijd ziek (79%). Twee op de vijf vrouwen nemen dan bijvoorbeeld liever eerst vakantiedagen op. Dit gaat vaak gepaard met schaamte en schuldgevoel. En een groot deel van deze werknemers valt uiteindelijk toch langdurig uit. Het is belangrijk dat werkgevers weten wat er speelt en hun werknemer zien als iemand die privé ook een leven heeft.”

Hier ligt dus een grote rol voor bedrijven. Iets wat ook Veronique Tilleman, directeur Inkomen bij Aegon, erkent: “Verzuim door stress is heel duidelijk een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Als werkgever moet je inzetten op een preventieve aanpak. Te vaak blijft het nu bij symptoombestrijding achteraf. Er is een cultuur nodig waarbij werkgever en werknemer zich comfortabel voelen om een open gesprek met elkaar te voeren over dit onderwerp.”

De Amerikaanse ondernemer Arianna Huffington probeert met Thrive Global de manier waarop we werken te veranderen, “zodat burn-out niet meer de prijs is die we voor succes betalen”. Ze roept tot een mind shift bij bedrijven. In de LeanIn-podcast Tilted stelt ze voor om ‘thrive-time’ te introduceren: na een groot project mogen werknemers net zo veel tijd opnemen als ze nodig hebben om weer op te laden. Ook moet er tijdens gesprekken meer aandacht komen voor het privéleven van werknemers en moet iedereen gekoppeld worden aan een soort buddy die ervoor zorgt dat je écht op tijd weggaat op donderdagmiddag voor die dansles waar je zo van opknapt. Hoe dan ook: bedrijven moeten ook zélf aan het werk om burn-out te voorkomen bij hun medewerkers. In online magazine Zo werkt het van WOMEN Inc. en Aegon staan alvast veel tips.

De eerste signalen

Het is ook aan onszelf om een stevige vinger aan de pols te houden. Volgens cijfers van het NPCSB ziet maar liefst 80% van de burn-outpatiënten hun eigen uitval niet aankomen en gaat het licht plotseling uit. Psychiater Willem van der Bend ziet het ook vaak bij zijn cliënten: “De lijn in je mentale batterij daalt zo langzaam dat je het vaak niet door hebt. Het gaat niet om een vergelijking van dag tot dag, maar van kwartaal tot kwartaal. Ook partners hebben het daarom niet direct door.” In zijn boek Voel je beter beschrijft hij helder de verschillende fases van een dalende mentale batterij. Zo weet je dat je in de gevarenzone zit als je je na een nacht slapen nog steeds doodmoe voelt, concentratieproblemen hebt en moeite hebt met overzicht houden en plannen maken. Daarnaast hebben mensen die erg laag in de mentale batterij zitten vaak last van stemmingswisselingen, zijn ze vaker geïrriteerd, betrekken ze veel dingen op zichzelf en trekken ze zich sociaal terug en genieten ze minder van partner en kinderen.

Wat kun je doen als je dit signaleert? Van der Bend: “Ga eerst terug naar de basis en check bij jezelf in: waar sta ik nu, wat doe ik goed, wat kan beter? Zo kan het al helpen om dat dagelijkse wijntje te laten staan, waardoor je beter slaapt. En het is belangrijk dat je, ook als je moe bent, genoeg blijft sporten om de processen in je hoofd op orde te krijgen. Voel je je na het sporten echter nog vermoeider, probeer dan uit wat je nog wél kunt: bijvoorbeeld twee keer per dag vijftien minuten wandelen. Zet laag in, zodat je zeker weet dat je het haalt.”

Ook Huffington noemt het belang van ‘microstapjes’ waarmee je niet kunt falen. Zo adviseert ze: een vast tijdstip bepalen om te stoppen met werken, je mobiel in een andere kamer opladen, ’s ochtends niet meteen naar je telefoon grijpen maar een minuutje nemen om te bedenken waar je dankbaar voor bent. Als de discipline en energie om dingen aan te pakken helemaal verdwenen is, adviseert Van der Bend een bezoek aan de dokter, zodat die je het duwtje in de rug kan geven om op gang te komen. “Ook antidepressiva – mits voorgeschreven door een expert, want het is maatwerk – kunnen enorm helpen.”

Of moet het roer om?

Zonder afbreuk te doen aan de oorzaken van burn-out die hierboven worden genoemd, kan het geen kwaad om ook stil te staan bij wat schrijfster Griet Op de Beeck in Vrij Nederland begin dit jaar zo mooi verwoordde: “Er wordt altijd naar stress verwezen als de grootste veroorzaker van burn-out, maar onderschat de mentale stress niet van jezelf blijven wijsmaken dat alles oké is, terwijl je ergens voelt dat er misschien toch iets niet klopt. Zoiets vreet energie.”

Dit sluit aan bij wat Van der Bend bij sommige cliënten ziet, die eerder een depressie hebben dan een burn-out. In beide gevallen ben je uit balans. Van der Bend: “Veel mensen houden geen rekening met hoe ze werkelijk zijn gebouwd en lopen op een pad waarvoor ze helemaal niet gemaakt zijn. Zo had ik een cliënt die geïnspireerd door haar ouders in de corporate wereld werkweken van tachtig uur maakte, terwijl ze zelf een heel dun filter heeft. Daarnaast verwachten veel mensen olympische prestaties neer te zetten, maar vergeten ze daarbij dat olympische sporters daar godsgruwelijk veel hulp bij krijgen. Maar ik blijf positief: deze tijd vol uitgeputte mensen zal weer voorbij waaien. We moeten flink onderuit gaan om tot een dieper bewustzijn te komen en ons te realiseren waar we nou eigenlijk voor leven.”

Dus als je als een gek aan het rennen en vliegen bent, kan het geen kwaad om even stil te staan en je af te vragen hoe je weer terecht kunt komen op dat pad dat voor jou bedoeld is. En stel dan gelijk de bijbehorende eisen aan jezelf (écht om 17 uur stoppen met werken) én aan je werkgever (dat project mag nu even naar iemand anders). En vergeet daarbij je eventuele partner niet – want er is een reden dat de zorgtaken nog anderhalf keer zo vaak terechtkomen bij de vrouw.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het januari/februari nummer van Marie Claire.

Bron: Mariska Vermeulen | Beeld: iStock

Laatste nieuws