Je huis staat in de fik: wat neem je mee? Foto’s, geld, sieraden. Maar wat als er geen brand is, maar een allesverwoestende oorlog waarvoor je je thuisland moet ontvluchten? Samrawit (34) vertelt over het waardevolste voorwerp dat ze meenam.
De 34-jarige Samrawit vluchtte uit Eritrea en is sinds twee jaar in Nederland. Ze heeft een man en een zoon van tien.
"Het is niet verstandig om te vertellen waarom ik niet terug kan naar mijn land, maar áls ik terug zou gaan ga ik de gevangenis in. Er is al vijf jaar geen contact mogelijk met mijn man en dat maakt me gek.
Ik ben gevlucht om een beter leven voor ons gezin te creëren. Ik vluchtte via Sudan, Dubai en Turkije naar Griekenland en uiteindelijk kwam ik in Nederland terecht. Ik had helemaal niks meer. Mijn bagage ben ik verloren op zee, tijdens de tocht van Turkije naar Griekenland. In die tas zat iets wat heel waardevol voor me was: een mandje dat mijn moeder voor mij had gemaakt. Ik bewaarde er altijd mijn sieraden in, maar vooral dat mandje betekende veel voor me. Het herinnerde me aan mijn moeder, aan ons leven thuis. Het was pijnlijk om me te realiseren dat ik dat mandje voorgoed kwijt was.
Mijn moeder woont nog in Eritrea en zorgt voor mijn zoon totdat ik toestemming heb om hem hier te laten komen. Toen ik mijn moeder vertelde dat ik het mandje was verloren, heeft ze een nieuwe gemaakt en het naar mijn adres in Nederland gestuurd. Het ziet er precies hetzelfde uit, alleen wat nieuwer. Ik ben blij dat ik nu toch iets van haar heb.
Ik werk als vrijwilliger in een verpleeghuis. Met mijn aandacht maak ik mensen gelukkig, dus het is dankbaar werk. Maar mijn grote droom is om mijn zoon weer bij me te hebben, en natuurlijk ook mijn man. Als het ooit zover komt dat ik ze allebei weer bij me heb, dan zie ik de rest wel. Dat komt dan allemaal vast wel goed. Stap voor stap. Nu eerst mijn best doen voor dat moeilijke examen Nederlands."
Meer van zulke verhalen? Je leest ze in de Marie Claire die nu in de winkel ligt!
Ook Ghadir (33) vluchtte en vertelt haar verhaal >
Tekst: Milou van der Will | Fotografie: Eline Hensen