Na een lange vlucht zijn we vaak flink ontregeld. Voorál als we naar het oosten vliegen, bijvoorbeeld naar Thailand of terug vanuit de VS. Maar hoe komt dat eigenlijk? De verklaring is simpel.
Hoe ontstaat een jetlag?
Een jetlag treedt op als je tijdens een lange vlucht verschillende tijdzones doorkruist. Omdat je biologische klok op de plek van bestemming niet overeen komt met de lokale tijd, raakt je lichaam in de war. Meestal voel je je vermoeid, misselijk, hongerig (of juist niet) en je kunt hoofdpijn hebben.
West naar oost
Vaak hebben mensen meer last van een jetlag als ze naar het oosten vliegen, richting Zuidoost-Azië of Australië bijvoorbeeld. Dat komt doordat de cellen in je lichaam die je biologische klok reguleren niet op een perfect 24-uursschema werken, maar op een schema van 24,5 uur. Zo legt Michelle Girvan van de Universiteit van Maryland uit aan Life Science.
Doordat je biologische klok dus eigenlijk iets langer doorloopt, is het makkelijker voor een persoon om de dag te verlengen, wat in feite gebeurt als je naar het westen (zeg, New York) vliegt; dan ga je namelijk terug in de tijd. Maar de dag korter maken is juist meer werk voor je lichaam, en dat gebeurt als je naar het oosten vliegt. Dan sla je bovendien al snel een nacht over, waardoor je extra moe aankomt op je vakantiebestemming.
5 redenen waarom je deze zomer nog naar Lissabon moet >
Bron: Life Science | Beeld: iStock