‘Ik heb anorexia athletica’

“Zelfs een pijnlijke hamstringblessure hield me niet tegen. Noeska (30): «Mijn turnlerares zei: ‘Nou Noes, je begint wel een beetje vormen te krijge

“Zelfs een pijnlijke hamstringblessure hield me niet tegen. Ik móest sporten”

Noeska (30): «Mijn turnlerares zei: ‘Nou Noes, je begint wel een beetje vormen te krijgen’. Ik was zestien. Turnen deed ik al vanaf mijn zesde en ik was me tot dat moment nog nooit bewust geweest van mijn slanke lijf en strakke buikspieren. En dat mijn figuur aan bepaalde eisen moest voldoen had ik me ook nog nooit gerealiseerd. Maar door die ene opmerking van mijn turnlerares veranderde dat helemaal. Turnen was opeens niet meer ‘spelen’, maar werd een prestatiegerichte sport. Ik ging extra oefeningen doen tijdens de turntrainingen en thuis begon ik buikspieroefeningen te doen. Voor het eerst in mijn leven ging ik ook op mijn eten letten. En het werkte: ik kreeg complimenten van de turnlerares. Achteraf gezien denk ik dat hier het zaadje is gelegd voor waar ik tot een jaar geleden de strijd mee voerde: ik was niet goed genoeg. En dat gevoel zorgde ervoor dat ik jarenlang doorsloeg in datgene waar ik wél goed in was: de controle hebben over mijn voeding en obsessief sporten.

“Spinning, roeien, aerobics ? ik deed alles achter elkaar, urenlang”

Prestatiedruk
Als kind was turnen voor mij een spel; ik voelde me er helemaal vrij. Toen ik me begon te realiseren dat ik op hoog niveau een sport beoefende en dat harder trainen betekende dat ik beter kon worden en iets kon winnen, slopen er gevoelens van onzekerheid in. Sommige mensen floreren onder druk, maar ik verlamde. Ik durfde de strijd niet aan. Mijn moeder stimuleerde mij ook niet om iets van mijn topsport te maken. Ze kreeg er eerder de zenuwen van en adviseerde vaak dat ik gewoon lekker iets leuks moest gaan doen, iets wat me niet zoveel tijd kostte. Nu begrijp ik dat ze alleen maar het goede met me voorhad, maar toen voelde ik me vaak niet gesteund en gaf ze mij het gevoel dat ik niet goed genoeg was. Uiteindelijk ben ik op mijn zestiende met turnen gestopt, ik zou nooit meer de top halen en ik kon de wedstrijddruk en het moeten presteren steeds minder goed aan.

Nadat ik stopte met turnen, veranderde mijn figuur. Ik begon te walgen van hoe ik eruit zag en ik ging weer sporten. Ik bouwde het niet langzaam op, maar was elke dag in de sportschool te vinden. Spinning, roeien, rennen, aerobics ? ik deed alles en allemaal achter elkaar. Urenlang was ik op de sportschool, steeds vaker ook tijdens schooltijd. Ik kan me nog herinneren dat iemand achter de balie een keer vroeg of ik niet naar school moest. Ik voelde me zo betrapt! Met het schaamrood op mijn kaken liep ik de kleedkamer in. Niet dat het iets veranderde, want niets hield me tegen. Ook niet een ernstige en vooral ontzettend pijnlijke hamstringblessure. Ik móest sporten.

In dezelfde periode begon ook mijn strijd met eten. Ik ontdekte dat ik zomaar een hele dag niet kon eten. Trek of honger werden een totaal ander begrip. Het kleine beetje wat ik nog wel at, schreef ik op en ik was er ook constant in mijn hoofd bezig. Wat eet ik wel, wat eet ik niet, wat heb ik gegeten, wat mag ik van mezelf eten en kan het nog minder? Op school ging het natuurlijk helemaal niet goed. De controle die ik had op sporten en eten, viel weg als het ging om andere zaken. Ik maakte mijn post niet open, wilde dingen niet weten, liep weg voor verantwoordelijkheden.

Toen ik in het laatste jaar van het vwo met mijn tweelingzusje op mezelf ging wonen in Gouda, leerde zij mij om de confrontatie aan te gaan met zaken als administratie en school. Beetje bij beetje ging het beter. Ik kreeg een superleuk vriendje, een bijbaantje in de horeca en in een kledingzaak, een leuk sociaal leven en was weer een beetje trots op mezelf. Het extreme sporten raakte een beetje op de achtergrond. Maar toen begon ik een nieuwe studie aan een modeacademie in Amsterdam. Ik viel kilo’s af en de controledrang kwam terug. Bikram yoga en hardlopen werden mijn nieuwe obsessies. Eten deed ik minimaal.

“Ik liep de marathon van New York en deed ook nog een triatlon”

Een nieuw leven
Ik verhuisde naar Amsterdam, waar met een nieuwe baan in de mode een nieuw leven begon. Mijn sportverslaving en eetprobleem hield ik voor mezelf. Ik was dun, iedereen vond dat, maar verder wilde ik er niet over praten. Sporten deed ik in m’n eentje. ’s Ochtends ging ik zwemmen, later op de dag ging ik nog een paar uur naar de sportschool en tussendoor was ik constant aan het werk. Alles moest ik van mezelf perfect doen en eigenlijk was ik er best trots op hoe ik al dat sporten, werken én m’n sociale leven combineerde. Ik was altijd up and running, letterlijk, want ik had me ook nog opgegeven voor de marathon van New York. Met een lijf vol blessures van maandenlange duurtrainingen naast mijn dwangmatige sessies kracht- en zwemtrainingen, kwam ik aan in New York. Het was het jaar waarop de marathon niet doorging. En ik was zó opgelucht.
Maar het jaar daarna heb ik de marathon van New York alsnog gelopen en besloot ik ook een triatlon te doen. Daar ging ik weer: van een paar keer per week naar twee keer per dag sporten. En het gekke was: ik zag dat steeds meer mensen dagelijks bezig waren met sporten. Mijn obsessie viel steeds minder op. Ik trainde met mensen waarvan ik me nu realiseer dat ze ook sportverslaafd waren en die net als ik ook het sporten nodig hadden om van zichzelf te houden.

anorexia athletica

Tijdens een buitentraining voelde ik plots heftige pijn in m’n spier, maar ik ben daarna nog zeven kilometer door blijven rennen. Ik voelde wel dat er echt iets mis was. En dat bleek ook: ik had een liesbreuk en een zware overbelastingblessure aan mijn bovenbeen. In het ziekenhuis vroeg de arts of ik soms met extreem zware gewichten trainde en daarnaast nog een marathon rende. Hij maakte een grapje, maar het erge was ? het was waar. Ik werd geopereerd en daarmee gedwongen tot rust. Mentaal was het een enorme strijd, maar ik wist dat het zo niet langer kon. Ik wilde de rust in mezelf vinden zonder al dat sporten. Ik wilde uitvinden wie ik was zónder sport. Daar wilde ik vrede mee krijgen.

Die triatlon heb ik uiteindelijk wel gedaan, maar daarna heb ik mezelf twee maanden rust opgelegd. Ik zocht uiteindelijk professionele hulp. Mijn coach leerde mij inzien dat ik veel belemmerende overtuigen had met betrekking tot mijn moeder, die er voor zorgden dat ik altijd het gevoel had dat ik niet goed genoeg was. Met haar hulp zag ik ook in dat mijn moeder haar eigen onzekerheid op mij projecteerde, uit liefde. Hoe meer ik hier de liefde van inzag, hoe meer ik liefde voor mezelf kreeg en hoe minder ik het nodig vond om zo veel te sporten.

Dit is nu ruim een jaar geleden. Ik ben een paar kilo zwaarder, maar ik voel me beter dan ooit. Helemaal afscheid nemen van sporten kan ik niet. Maar ik heb wel een weg gevonden om ermee te leven. Ik ben zelfs ook weer gaan turnen. Daar geniet ik nu echt zo intens van! En als ik moe ben, of druk, dan ga ik niet en dan kies ik ook heel bewust voor een dagje rust. Ik leer steeds meer om me goed te voelen over mezelf, zonder ook maar een minuut te hebben gesport. En dat is een verademing. Ik ben niet perfect en dat is prima. Ik voel me vrij!»

Dit is anorexia athletica

Anorexia athletica is overmatig en obsessief sporten in combinatie met weinig eten. Redenen: om controle te hebben over lichaamsgewicht en als vlucht uit de realiteit. Het wordt gezien als een subtype van anorexia nervosa, maar is – anders dan anorexia en boulimia – geen op zichzelf staande, medisch erkende eetstoornis. Een eetstoornis ontwikkelt zich vaak in de puberteit, maar anorexia athletica kan zich later ontwikkelen.
Ben jij sportverslaafd? 10 signalen
1 Je móet van jezelf urenlang, soms meerdere keren per dag trainen. Ook als je een blessure hebt of ziek bent.
2 Het gaat je vooral om zoveel mogelijk calorieën verbranden en vetreserves aanspreken. Je bent niet zozeer geïnteresseerd in technisch beter worden.
3 Plezier in sport is niet relevant. Je doet wat je van jezelf moet doen, liefst alleen en je vermijdt sociale contacten op de sportschool.
4 Een dagje rusten geeft je een schuldgevoel.
5 Je sociale leven en werkverplichtingen wijken voor een training.
6 Alleen een uitputtende trainingssessie telt. Zodra je die gedaan hebt, heb je het idee dat het nóg beter kan en plan je alweer je volgende workout.
7 Je sport om jezelf het gevoel te geven dat je alles onder controle hebt en om je goed te voelen over jezelf.
8 Je lichaam geeft signalen dat je teveel van jezelf eist, zoals uitblijven van menstruatie, een lage bloeddruk of onregelmatige spijsvertering.
9 Je obsessieve sportgedrag probeer je te verbergen met lidmaatschappen bij verschillende sportclubs.
10 Risicogroepen zijn perfectionistische vrouwen met een veeleisende baan, die trainen in fitnesscentra en (semi)professionele atleten die een sport beoefenen waarbij een laag lichaamsgewicht essentieel is, zoals turnen, hardlopen, wielrennen, een vechtsport of danseressen.

Zoek hulp
Het platform ‘Ik Ook Van Mij’ is opgericht door GGZ-kliniek Human Concern. Het richt zich op alle leeftijdscategorieën en alle vormen en subtypes van eetstoornissen, omdat alle varianten ernstig en hardnekkig zijn. Naast contact met lotgenoten, krijg je er ook concrete hulp aangeboden. Kijk op ikookvanmij.nl en humanconcern.nl

Laatste nieuws