“Ik heb maar liefst twee minnaars”

Dorine (35) heeft een affaire met Martijn. Maar als hij voor zijn werk drie maanden naar het buitenland vertrekt, ontmoet ze Simon...

Dorine (35) heeft een affaire met Martijn. Maar als hij voor zijn werk drie maanden naar het buitenland vertrekt, ontmoet ze Simon. Sindsdien heeft ze twee relaties tegelijk. “Martijn lijkt nu meer van me te houden dan ooit. Alsof hij aanvoelt dat hij concurrentie heeft.”

Ik heb altijd vriendjes gehad – soms lang, soms kort – maar mijn werk en vrije tijd hebben altijd op één gestaan. Vrijheid, blijheid. Een kinderwens heb ik ook nooit gehad. Een relatie heb ik inmiddels wel, twee zelfs. Het verbaast mij ook nog steeds. En ik ben oud en wijs genoeg om te weten dat dit niet kan.

Vaak ruzie, nooit seks
Martijn ontmoette ik bij een opening in de galerie waar ik in het weekend werk – naast rechten studeerde ik kunstgeschiedenis en zo kan ik naast mijn werk als jurist nog iets met mijn liefde voor kunst doen. Hij gaf me een glas champagne, vroeg mijn naam en dat was het. Liefde op het eerste gezicht, voor allebei. Dit was hem. Met zijn snelle intellect, zijn humor, zijn passie, zijn stoute blik. Ik kon hem niets weigeren. Diezelfde avond spraken we af in een café in de stad – omdat hij zelf een expositie voorbereidde in de galerie waar ik werk, vonden we het niet gepast om het feestje samen te verlaten. Dat bruine café is inmiddels onderdeel geworden van ons ritueel, net als het apart verlaten van gelegenheden. En net als het einde van de avond: samen in zijn bed in zijn atelier.

Martijn heeft een relatie. Geen goede, maar ?wel al heel lang. Ze hebben vaak ruzie en nooit seks. Toch kan hij het niet uitmaken. Doordat zij een zware vorm van clusterhoofdpijn heeft, waardoor ze soms dagenlang haar bed niet uit komt, kan hij het niet over zijn hart verkrijgen haar aan de kant te zetten. Terwijl ik weet dat hij zielsveel van mij houdt. Natuurlijk was ik teleurgesteld toen hij het vertelde. Je wilt toch dat iemand voor je kiest, hoe dubbel dat uit ?mijn mond ook moet klinken.

In het begin heb ik weleens overwogen om ?er een punt achter te zetten, maar als ik zijn basstem hoor aan de telefoon, als hij me aanraakt, dan weet ik dat ik dat niet kan. Inmiddels zijn we vier jaar verder. Dat hij een ander heeft, heb ik geaccepteerd. Ze kent me, ?al weet ze niets van onze band. Het helpt dat zij haar huis, in een plaatsje buiten de stad, zelden uit komt. Zijn atelier heeft ze al heel lang niet van binnen gezien. Ik zie hem veel vaker dan zij. Er zijn periodes dat ik praktisch bij hem woon. Mannetje en vrouwtje spelen, noemen we dat. We hebben knallende ruzies, gaan samen op vakantie – hij moet dan zogenaamd werken – we zorgen voor elkaar als we ziek zijn, alles als een gewoon stel. Kerst is voor haar. Ik ben niet zo’n feest-dagentype. Mijn moeder overleed toen ik twintig was en met mijn vader en zijn nieuwe vrouw heb ik geen contact. Met Kerst loop ik de hele dag in mijn pyjama rond, heerlijk!

De afgelopen twee jaar is er verandering geko-men in onze relatie. Martijn kreeg de kans om drie maanden samen te werken met een Kroatische kunstenaar van wie hij helemaal weg is. Dat ik niet mee kon vanwege mijn werk, kwam hem denk ik wel goed uit. Vlak voordat hij vertrok hoorde ik dat zijn vriendin meeging, want die Kroaat was een gezamenlijke vriend van vroeger en hij kon haar toch niet onverzorgd achterlaten. Ik vond het stom dat zij zo’n reis aanging – ze is toch ziek? Ik was jaloers.

Opwindend vs. veilig
Het was een prachtige zomermiddag, Martijn was net een week weg. Normaal gesproken zou ik hem op zo’n dag tegenkomen om de hoek van mijn kantoor, in zijn Kever, een fles wijn in zijn tas, om samen de zonsondergang te beleven op het strand.

Ik was onrustig. Na mijn werk reed ?ik naar zee. Bij een strandtent bestelde ik witbier en bitterballen. Mijn bier was nog niet getapt of er stond een natte man voor me, een handdoek om zijn middel. Mag ik aanschuiven, als ik me omgekleed heb? Ik was zo verbaasd dat ik ja zei. Na een kwartier kwam hij terug, zijn haren netjes gekamd, een lichtblauw overhemd aan en een kaki broek. Hij bestelde een biertje. ‘Hoi, ik ben Simon.’ Niet slecht, dacht ik. Het werd een bijzondere avond, veel kletsen en nog veel meer bier. Achteraf vertelde Simon dat hij zelf verbaasd was over zijn actie. Hij is verre van verlegen, maar spontaan is hij niet. We spraken met elkaar alsof we elkaar al jaren kenden. Over zijn bedrijf dat hij onlangs goed had verkocht, maar ook over het mis-lukken van zijn huwelijk en zijn zorgen over zijn bijna volwassen kinderen – hij is tien jaar ouder dan ik. Ik vertelde over de vroege dood van mijn moeder, over alles eigenlijk, zelfs over Martijn, maar ik verzweeg dat hij mijn geliefde is. Waarom weet ik niet, ik had totaal niet het idee dat Simon en ik iets met elkaar zouden krijgen. Maar nadat hij die avond een taxi had geregeld en voor mijn deur afscheid nam met een kus, spraken we elkaar opeens meerdere malen per dag. De volgende avond dronk hij een kop thee bij me, de dag daarna kookte hij voor mij bij hem thuis in Bloemendaal. En bleef ik slapen. ?’s Ochtends vroeg reden we naar het strand om te zwemmen. Dit heb ik nog nooit bij iemand gevoeld, zei hij terwijl we in elkaars armen op ?het verlaten strand lagen. Op dat moment voelde ik een steek in mijn hart. Ik was niet eerlijk ?tegen deze man, die zijn hart voor mij had geopend. Maar het voelde gewoon zo goed. ?Niet zo opwindend als bij Martijn, maar vertrouwd, veilig. Simon is iemand die voor mij gaat. En er gaat geen dag voorbij zonder dat hij me dat laat weten.

Verlangende berichtjes
In die eerste periode met Simon blockte ik de gedachte aan Martijn en wat de toekomst zou brengen gewoon. Ik genoot van de zomer en van zijn liefde. Pas een paar dagen voordat Martijn zou terugkomen, begon het te knagen. Ik voelde me door Simon beter dan ooit, maar bij de gedachte aan het weerzien met Martijn maakte mijn hart vreugdesprongetjes. Ik besloot af te wachten hoe ik me zou voelen op het moment dat ik Martijn weer zou zien.

Ik had de deur van zijn atelier nog niet achter me gesloten of Martijn gooide me op bed. Ik liet het toe. Hoe ik hem had gemist besefte ik pas toen ?ik hem weer voelde. Het is gek: vanaf het moment dat Simon in mijn leven is gekomen, lijkt Martijn meer van me te houden dan ooit. Vanuit Kroatië stuurde hij al verlangende berichtjes. Alsof hij aanvoelt dat hij concurrentie heeft.

Martijn kan me midden op straat optillen en rondzwieren. Hij kan me in een restaurant een tongzoen geven. Als Simon dat zou doen, zou ik me kapot schrikken. Simon is degelijker. Maar hij is thuis, iemand aan wie ik me kan vastklampen.

Hoe ik mezelf nog in de spiegel kan aankijken, weet ik niet. Ik lieg tegen degenen van wie ik houd. Maar er gaat zo veel energie zitten in het geheimhouden van beide relaties dat ik soms denk dat ik maar gewoon doorhol, naar mijn werk, naar Martijn, naar de galerie, naar Simon. Het put me uit.

Het scheelt dat Martijn en ik onze relatie altijd geheim hebben gehouden. Bij de galerie hebben sommigen wel hun vermoedens, maar ik bespreek mijn liefdesleven niet in die kringen. Ik heb weinig vriendinnen. Door mijn hectische leven zijn mijn sociale contacten behoorlijk verwaterd. De enige die ervan weet is een bevriende collega. Het is fijn dat ik mijn hart bij haar kan uitstorten en dat zij me niet veroordeelt. Ze heeft weleens voor mij gelogen tegen Simon, dat ik met haar ?uit eten ging, en een keer op mijn verjaardag tegen Martijn, dat ze me meenam naar een spa ?– women only – terwijl ik dat weekend met ?Simon op Terschelling was.

Onverwacht bezoek
Soms denk ik dat Simon het doorheeft, maar niet doorvraagt omdat hij me niet wil verliezen. Eén keer ging het bijna mis: Martijn stond onverwacht voor mijn deur op het moment dat ik met Simon naar buiten kwam. Mijn hart bonkte in mijn keel, maar met een pokerface stelde ik ze aan elkaar voor, ik zoende Martijn op zijn wang, zei dat ik hem nog zou bellen en stapte met Simon in zijn auto. Simon wist vanaf het begin van mijn ‘goede vriend’ Martijn, maar Martijn wist niets van Simon. Een tsunami van emotionele sms’jes volgde terwijl ik met Simon op het terras zat.?Ik veinsde hoofdpijn en ben die avond trillend ?op mijn benen naar Martijn gegaan. ‘Het was maar een vriend van de familie, we dronken alleen een glas wijn, dat moet toch kunnen?’ Mijn verweer voelde waardeloos, maar ik was op dat moment zo bang om hem kwijt te raken. Mijn hoofd zei: zeg het nu! Maar het lukte niet.

Ik neem risico’s, wandel met beiden hand in hand op straat. Misschien doe ik het erom. Ik kan niet kiezen, dat moeten zij maar doen. Natuurlijk ben ik niet trots op mezelf. Mijn hart is groot genoeg om van allebei te houden, maar dit kan niet. Laatst zei Martijn dat hij bij zijn vriendin weg wil en met me wil trouwen. Kotsmisselijk werd ik. Waarom nu pas? Soms zou ik willen dat ik mezelf in tweeën kon delen. Ik kan niet kiezen. Nog niet.

Tekst: Chantal van Wees. Om privacyredenen is de naam Dorine gefingeerd.

Laatste nieuws