Don't freak out
Voel jij je het allerbest in een vaste één-op-één-relatie? Logisch en heel gezond, stelt psycholoog Sue Johnson. Monogamie is het nieuwe zwart.
Vraag jongvolwassenen hoe zij hun latere liefdesleven voor zich zien en 90 procent zegt dat ze ooit een partner willen vinden met wie ze de rest van hun leven samen blijven. Happily ever after. Het lijkt een schattig naïeve utopie om hiernaar te verlangen, helemaal als je kijkt naar het aantal langdurige verbintenissen dat schipbreuk lijdt. Het percentage van huwelijken dat in Nederland op de klippen loopt, stijgt nog steeds jaarlijks; inmiddels kruipt het langzaam naar 40 procent.
De mens is simpelweg niet gemaakt om zijn hele leven door te brengen met één en dezelfde partner, hoor je steeds vaker. De geldende mening wordt meer en meer dat monogamie een overblijfsel is uit een tijdperk waarin normen en waarden werden bepaald door religie, en uit een lang vervlogen tijd waarin men veel jonger stierf dan nu. Een leven lang met één partner is makkelijker vol te houden als dat leven stopt als je pas een jaar of vijftig bent.
Niet waar, zegt de Canadese Sue Johnson, professor klinische psychologie aan de universiteit van Ottawa en de Alliant-universiteit in San Diego. Zij stelt dat de mens wel degelijk gemaakt is om monogaam te zijn, en dat ze daar wetenschappelijk bewijs voor heeft. Jarenlang deed de auteur neurowetenschappelijk onderzoek naar menselijke emoties en haar bevindingen zijn dat een langdurige, monogame relatie niet alleen de weg naar puur geluk is, maar dat het net als de liefde die een ouder aan zijn kind geeft, een noodzaak is om te overleven.
We hebben de vier krachtigste argumenten van Johnson voor waarom mating for life het nieuwe liefhebben is op een rij gezet.
1 Meer zelfvertrouwen Uit onderzoek is gebleken dat we op ons best zijn als er iemand in ons leven is die voor ons zorgt, naar ons luistert, en er altijd voor ons is. In de wetenschap dat we thuis een liefdevol vangnet hebben, durven we meer, zijn we bereid risicos te nemen en hebben we het lef om ons uit te spreken naar anderen. Als er op de achtergrond iemand is die voor jou door het vuur gaat, worden we assertiever en krijgen we meer zelfvertrouwen.
2 De beste seks Johnson haalt in haar boek een onderzoek van de Universiteit van Chicago aan, waaruit blijkt dat mensen in een langdurige, monogame relatie de beste seks hebben. Dit ligt volgens de auteur aan een paar dingen. Niet alleen is het makkelijker om je tussen de lakens te laten gaan als je seks hebt met iemand van wie je weet dat hij er de volgende dag (en maand, en jaren) nog is geen schaamte of angst voor afwijzing! de emotionele hechting die je met je partner hebt, zorgt ervoor dat je de volle aandacht voor elkaar hebt in bed, avontuurlijk durft te zijn, en eerder volledig op één lijn zit.
Waarom is het dan toch een veelgehoorde klacht van stellen die allang bij elkaar zijn, dat de seks een sleur wordt en (veel) minder frequent bedreven wordt. In bed is er niet meer het vuurwerk dat er in die eerste periode van dolle verliefdheid was. Volgens Sue Johnson is dat in geen geval een natuurlijke ontwikkeling die in iedere lange relatie voorkomt. Zij stelt dat dat, als het al gebeurt, bijna altijd het gevolg is van het feit dat partners, om wat voor reden dan ook, op emotioneel gebied uit elkaar zijn gegroeid. Als ze daar aan werken, kan de seks nog vele malen beter worden dan hij ooit was.
3 Emotionele afhankelijkheid is gezond Vandaag de dag horen we niet anders dan dat we onafhankelijk moeten zijn. Sterke vrouwen hebben niemand nodig! Sue Johnson stelt echter dat bewezen is dat het in veel opzichten essentieel is om je te hechten aan één iemand; om de zekerheid te hebben dat die ene persoon er altijd voor je is. De gevolgen die eenzaamheid en sociale isolatie hebben voor je emotionele en fysieke gesteldheid, kunnen desastreus zijn. Stress, hartkwalen, beroertes; allemaal kwalen die veel minder vaak voorkomen als er iemand in je leven is voor wie jij de absolute nummer één bent. Uit onderzoek is gebleken dat mensen die getrouwd zijn, langer leven. Met die ene vertrouwde partner aan je zij, is het waarschijnlijk dat je eerder herstelt van traumatische gebeurtenissen en ziektes. Natuurlijk betekent dit niet dat je álles samen moet doen, maar je moet wel beschikbaar voor elkaar zijn.
4 Monogamie zit in ons DNA De mens is een van de weinige zoogdieren die de neurotransmitter oxytocine aanmaakt. Dit hormoon zorgt ervoor dat je een emotionele band en diepe connectie met een ander voelt. Dit kan met een partner zijn, of met je kind. De stof komt onder andere vrij wanneer een vrouw haar kind borstvoeding geeft, en tijdens een orgasme. Het wordt t knuffelhormoon genoemd, hoewel wetenschappers het stofje ook wel aanduiden als het monogamiemolecuul. Alle zoogdieren die oxytocine aanmaken zoals de bever, de grijze wolf, én wij dus zijn biologisch geprogrammeerd om zich te verbinden aan diegenen die afhankelijk (voor zorg, aandacht en liefde) van hen zijn, en aan diegenen van wie zij op hun beurt zelf afhankelijk zijn.
Recent onderzoek toonde ook het verband tussen oxytocine en trouw aan. Tijdens een experiment kregen gezonde, heteroseksuele mannen middels een neusspray oxytocine toegediend, drie kwartier voor ze een ruimte betraden waarin een aantrekkelijke vrouw rondliep. Eenmaal in de ruimte werd elke man verteld dat hij moest aangeven wanneer hij zich ongemakkelijk zou gaan voelen door haar nabijheid, en wanneer ze volgens hem op precies de goede afstand was. Tot verbazing van de researchers bleven de mannen die een toegewijde relatie hadden, zon 10 tot 15 centimeter verder weg van de vrouw dan de mannen die single waren.