Wetenschapsjournalist Jop de Vrieze geeft antwoord.
Het is de ultieme lekkernij, de opkikker die je uit een energiedip haalt, de trooster bij allerlei ongemak. En toch ligt suiker de laatste tijd vooral onder vuur. Hier lees je hoe het zit.
Suiker is de beste zoetmaker die er bestaat. Er bestaat niks zoeters dan een glas water waarin de maximale hoeveelheid suiker is opgelost. Maar suiker doet meer dan dat. Het geeft je eten een prettig mondgevoel, geeft het stevigheid en maakt het langer houdbaar. Naast deze indrukwekkende eigenschappen maak je je hersenen ook nog eens rechtstreeks blij met suiker. De consumptie ervan prikkelt namelijk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld vet, de beloningscentra in je hersenen. Niet voor niets wordt suiker wel eens de alcohol zonder roes genoemd. Waarom dat precies is, weet niemand, maar een interessante theorie stelt dat we suiker gedurende de evolutie hebben leren liefhebben om ons aan te zetten veel fruit te eten, zodat we voldoende vitamine C zouden consumeren (en de zaden van fruit zouden verspreiden). Suiker is dus van oorsprong een lokmiddel van moeder natuur.
Kun je verslaafd zijn aan suiker? Steeds meer onderzoek wijst erop dat suiker daadwerkelijk verslavend kan zijn. Ratten die in een experiment de keuze kregen, verkozen zoete Oreo-koekjes zelfs boven cocaïne, vanwege de suikers. Zelf kennen we ook de onweerstaanbaarheid van zoetigheid: wie heeft er nooit gedacht: Ik heb nú chocola nodig. Die mate van hunkering is een teken van psychologische afhankelijkheid. Maar ondanks deze kenmerken kun je suiker niet écht een drug noemen. Je kunt soms erg verlangen naar suiker, maar je krijgt geen fysieke onthoudingsverschijnselen, zoals de hoofdpijn bij een cafeïnetekort en de zweetaanvallen wanneer je heroïneverslaafd bent en te lang geen shot hebt gehad. Wel raak je aan suiker gewend, zozeer zelfs dat je hersenen erdoor veranderen. Vooral in bepaalde omgevingen krijg je zin in zoet. In de bioscoop bijvoorbeeld, of als je moe thuiskomt omdat de suiker je even verkwikt. Als je geen gehoor geeft aan die gewoonte, begint je lichaam te zeuren, als een verwende kleuter.
Is suiker echt zon sluipmoordenaar? De eenvoudigste vorm van suiker, glucose, is de brandstof voor je hersenen. Dat betekent niet dat je het móet eten, want als je dat niet doet, maakt je lichaam zelf glucose uit zetmeel. Toch kan het geen kwaad om een bescheiden hoeveelheid suiker te consumeren. Pas als je vaak en veel suiker eet, dan wordt het schadelijk. Allereerst is de verleiding groot om van zoetigheid te veel te eten. Daarbij bevatten veel lekkernijen nauwelijks vezels of eiwitten, die je verzadigen en goed zijn voor je lichaam. De meest verraderlijke suikers zitten in frisdranken, sportdranken en sappen: je proeft ze wel, maar je stilt er je honger niet mee. Drink je het hele jaar door frisdrank met suiker, dan kom je daardoor gemiddeld een kilo aan. Hier komt bij dat suiker je stofwisseling ernstig kan verstoren, waardoor je lichaam suikers en vetten niet goed meer kan verwerken. Ze blijven circuleren door je bloedbaan en worden als vet opgeslagen. Deze verstoring geeft je een flink verhoogde kans op suikerziekte, kanker, hoge bloeddruk en hartproblemen. Je denkt misschien dat dit soort problemen alleen ontstaan als je te zwaar bent, maar dit is niet waar: 20 procent van de mensen met overgewicht heeft geen verstoorde stofwisseling, 40 procent van de slanke mensen wel.
Het goede nieuws: al die schadelijke effecten treden alleen op als je te weinig beweegt. Sport je regelmatig intensief, dan verbruikt je lichaam de suikers snel genoeg en is er niks aan de hand. Sporten doe je dus niet alleen om je gewicht op peil te houden, maar ook om zo nu en dan te kunnen snoepen zonder dat het slecht voor je is.
Zijn zoetstoffen een goed alternatief? Hoe zoet ze ook zijn, zoetstoffen zullen nooit volwaardige vervangers worden van suiker. Ze missen al die andere wonderlijke eigenschappen en zoetstoffen hebben meer nadelen: zelfs als je niet weet dat je bijvoorbeeld light frisdrank drinkt, laten je hersenen zich niet voor de gek houden. Frisdrank met zoetstoffen geeft daardoor geen bevrediging, en het gaat nog verder: bij proefdieren is aangetoond dat ze wanneer ze drinken met zoetstoffen kregen, juist méér gingen eten. Een zoet maal doet namelijk wel je insulinespiegel stijgen. Je lichaam rekent dus op suiker en als je dat vervolgens niet eet blijft je lichaam erom vragen tot je het krijgt. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd zijn zoetstoffen, wanneer je ze in redelijke hoeveelheden consumeert, niet kankerverwekkend of op een andere manier giftig, maar ze lossen je zoetafhankelijkheid niet op.
Wat is dan wel de oplossing? Je lichaam laten wennen aan lagere hoeveelheden zoet. Je zult zien dat je daar na een tijdje voldoende kicks en smaak uit haalt om niet meer op zoek te hoeven naar vervanging.