Jonna Works The News: Hoe maak ik in godsnaam die verkering uit?

Hoe maakte jij vroeger je verkering uit? En wat zegt dit over je latere liefdesleven? Lees het op Marie Claire.nl

Het nieuwe boek van Lena Dunham ‘Not that kind of girl’ deed Marie Claire’s Jonna denken aan haar eigen eerste ervaring met de liefde.

Ik ben altijd onhandig geweest in de liefde. Niet op een pastasaus-morsen-op-je-witte-bloes-tijdens-een-romantisch-diner-achtige manier, maar voordat er überhaupt sprake was van een romantisch diner. Zeg maar, zodra de liefdesgeluksrush niet meer enkel bestaat in je hoofd, maar alles voor het ‘echie’ wordt.

Het begon met Dennis. Je had in groep zes twee jongens die je wel op een poster in je kamer zou willen plakken en dat waren Dennis en Roderik. Hoewel ik mijn pre-puberale periode vooral doorbracht met smileys tekenen in schoolschriftjes, had ik ook toen wel oog voor wat verliefdheidtechnisch gezien aantrekkelijk was. Dennis en Roderik hadden aan de lopende band verkering, en aangezien ik nog diep in mijn pandaberen-fase zat, leek het me geen optie dat één van hen ooit interesse in mij zou tonen. Dus toen Dennis na de hockeytraining bij mijn broer kwam spelen – OMG! Dennis in mijn huis! – en hij mijn broer liet vragen of ik verkering wilde, zei ik meteen ja.
In de liefde moet je snel zijn.

De eerste tien minuten dat ik verkering had, waren de gelukkigste uit mijn tienjarige leven. Tot die tijd had ik het met sprookjes moeten doen, maar dit was ECHT. Niet Sneeuwwitje, maar ikzelf speelde de hoofdrol. Er was alleen één probleem: ik had werkelijk geen idee wat dat inhield, verkering hebben.
In haar nieuwe boek ‘Not that kind of girl’ dat gisteren in Nederland uitkwam, schrijft Lena Dunham over haar gedachtes als jong meisje over de liefde: ‘Als een jongen je écht leuk vond, spoot hij je nat met een waterpistool en gaf je grappige bijnamen zoals Blubje.’
Zo ongeveer dacht ik er ook over. Verkering was lekker als zure matjes en schuimblokken, en onschuldig als een veld vol madeliefjes.

Maar toen stelde mijn broer namens Dennis de tweede vraag: of ik met hem wilde tongen. Er is veel wat je via je broer wilt horen, MAAR NIET DIT. Ik zei dat ik erover zou nadenken, en daarna stortte ik in.
Tongen, dat leek me behalve extreem vies ook extreem onverantwoord. Het begon met tongen en eindigde met seks. En ik was nog maar tien.

De rest van de middag heb ik me opgesloten in mijn kamer. Avondeten ging moeizaam en ook het slapen lukte niet. Met een betraand gezicht rende ik uiteindelijk de volgende ochtend, op een zaterdag, de slaapkamer van mijn ouders binnen. Ik hyperventileerde en het enige wat eruit kwam was: ‘DennisÂ… DennisÂ… Hij heeftÂ…’
Mijn vader gooide de deken van zich af, hurkte voor me neer en vroeg met ernstige stem: wát heeft Dennis precies gedaan? Mijn vader was coach van zijn hockeyteam, dus kende Dennis en zijn reputatie als womanizer wel een beetje.

In mijn vaders hoofd moet de gedachte zijn geschoten dat zijn enige dochter op brute wijze was aangerand achter de dug-out. Uiteindelijk wist ik eruit te persen dat Dennis verkering had gevraagd maar dat ik dat nu niet meer wilde. Het tongen-gedeelte liet ik uit pure schaamte achterwege. Ik heb mijn vader geloof ik nog nooit zo opgelucht gezien. Hij moest zijn lachen inhouden toen hij vroeg: ‘Wat vervelend meisje. Wat kan ik voor je doen?’

Diezelfde ochtend hoorde een jongetje van tien van zijn coach op het hockeyveld dat Jonna het wilde uitmaken.

Meer avonturen van onze redacteur Jonna? In het Marie Claire oktobernummer leeft ze een week zoals Oprah predikt in haar nieuwe boek ‘Wat ik zeker weet’, en selecteert ze 7 omdenktips waar je vandaag al blijer van wordt.

Fotografie: Daniëlle Lambinon

Laatste nieuws