De Belgische modeontwerper Glenn Martens presenteerde zijn collectie vorig weekend voor het eerst aan het Nederlandse modepubliek. Op de Modefabriek mochten wij voor het eerst door zijn collectie snuffelen, en wat was het prachtig. Tijd om de ontwerper beter te leren kennen.
Glenn Martens studeerde aan de modeacademie in Antwerpen. Hij ging al snel aan de slag bij Jean Paul Gaultier en Bruno Pieters, maar besloot daarna zijn eigen label op te starten. Wij ontmoetten Glenn op de Modefabriek en mochten enkele vragen stellen.
Omschrijf je stijl in vijf woorden
‘Sereen, constructie, sober, dualiteit en met een twist.’
Waarom ben je ontwerper geworden?
‘Er zijn zoveel mooie dingen om mij heen. Mooie, andere werelden, prachtige kleren en mooie vrouwen. Daar moest ik iets mee doen.’
Wie is je ultieme muze?
‘Momenteel Elisabeth Siddal, de muze van de Prerafaëlieten. Ze was kunstschilderes, dichteres en waanzinnig mooi. Een zeer zelfstandige dame, één van de eerste uit onze moderne tijd. Met een dramatisch randje, dat wel.’
Van welke ontwerper was je al jong onder de indruk en waarom?
‘Alexander McQueen. Ik was totaal niet bekend met de modewereld, maar zijn theatrale kant sprak mij erg aan. Prachtig!’
Wat is je sterkste kant als ontwerper?
‘Constructie. Ik houd ervan om uren op mijn pop te mouleren.’
Wanneer vind jij jezelf geslaagd als ontwerper?
‘Als een klant contact met mij zou opnemen om te zeggen dat ze zelfs met haar vestje gaat slapen. Mensen intens gelukkig maken is het ultieme doel.’
Foto credits: Reinier RVDA
