Niemand houdt ervan als iemand de hele tijd over je nek meekijkt naar hoe jij jouw taken uitvoert. Dat werkt op de zenuwen. Andersom kan het alleen ook gebeuren dat jij degene bent die zich schuldig maakt aan dat gedrag, terwijl jij dat misschien helemaal niet doorhebt.
Micromanager
Soms kan het gebeuren dat een collega wat meer hulp nodig heeft bij het uitvoeren van een bepaalde taak. Of dat je mensen moet aansturen. Maar er is natuurlijk een verschil tussen managen en micromanagen. Als jij zo’n micromanager bent, kan het er niet alleen voor zorgen dat jij extra werk doet, maar dat jij ook anderen opzadelt met extra werk. Voor werknemers kan het namelijk extra tijd in beslag nemen als ze willen bewijzen dát ze hun werk doen.
Carrièreadviseur Gorick Ng, werkzaam aan Harvard University, weet dat micromanagers het vaak niet expres doen. “Niemand wil een micromanager zijn”, vertelt hij aan Huffpost. “Niemand wordt ’s ochtends wakker en denkt: ‘Hoe kan ik het mijn team zo moeilijk mogelijk maken?' Dit gedrag kan er echter wel voor zorgen dat managers slechte managers of micromanagers worden.”
De volgende tekenen kunnen weggeven dat jij een micromanager bent:
Je checkt alleen hoe het werk gaat omdat je gespannen bent
Soms is het nodig dat je het werk van collega’s controleert. Check-ins kunnen daarentegen irritant worden als je de mensen om je heen niet de kans geeft om zichzelf te bewijzen. Hoe je dan het verschil tussen beide scenario’s kunt achterhalen? Volgens leadership consultant Kimberly B. Cummings kun je dat doen door jezelf enkele vragen te stellen: “Wat is het trackrecord van deze medewerker? Heeft diegene destijds alle taken op tijd afgerond? Laat diegene blijken dat hij of zij diens rol, de taken en het project goed begrijpt?” Als je al deze vragen met een positief antwoord kunt beantwoorden, is het meestal niet nodig om extra vaak te checken of alles goed gaat.
Je geeft een opdracht aan iemand zonder duidelijke instructies
Als je een leidinggevende functie hebt, is het belangrijk dat jouw instructies passen bij de manier waarop jouw werknemers het begrijpen. En die behoeftes kunnen ook veranderen naarmate jullie langer samenwerken. Simpel voorbeeld: iemand werkt er nog maar net en heeft meer handvaten nodig, maar wanneer hij of zij is ingewerkt, kan diegene prima zelfstandig aan de slag.
Als leidinggevende kun je moeilijk alle taken zelf uitvoeren en daarom moet je dingen uit handen geven. Merk je dat je geen duidelijk instructies geeft? Bijvoorbeeld hoe iets gedaan moet worden of wanneer het af moet zijn? Dan kun je makkelijk terugschieten in jouw rol als micromanager. Cummings raadt aan om niet meteen bij collega’s te checken hoe dingen gaan als je van jezelf weet dat je een micromanager bent. “Vraag jezelf eerst af of je wel genoeg informatie met diegene hebt gedeeld.” Is dat niet het geval? Voorzie de persoon in kwestie dan alsnog van alle info.
Je focust te veel op de kleine dingen
Besteed jij te veel aandacht aan kleine details? Dan is dat ook een teken van micromanagement en soms zelfs van slecht leiderschap. Als jij je te veel focust op de kleine zaken, dan mis je soms de grotere dingen. “Dit kan heel frustrerend zijn”, vindt carrièrecoach Angela Karachristos. “Werknemers hebben leiders nodig die naar het grotere geheel kijken. Kleine dingen prioriteren over grotere zaken kan ontmoedigend werken.”
Je denkt dat jouw manier dé manier is
Meerdere wegen leiden naar Rome. Het is een gezegde dat ook opgaat op de werkvloer. Veel micromanagers staren zich echter blind op hun eigen visie. “Een teken van een micromanagement is dat iemand wil dat collega’s werken volgens hun werkstijl”, vertelt Karachristos. “Ze neigen ernaar om hun werkwijze te bestempelen als ‘de enige juiste manier’.” En dat is volgens de carrièrecoach zorgelijk, want hierdoor kan iemand de creativiteit en motivatie van een persoon in de weg zitten.
Bron: Huffpost | Beeld: BrunoPress
