In vertrouwen: ‘Mijn hoogbegaafdheid maakt me eenzaam’

"Jarenlang was ik op zoek naar antwoorden waarom het niet goed lukte om gewoon gelukkig te zijn, en worstelde ik met gevoelens van somberheid en een gevoel van eenzaamheid."

Merel (38) stond als kind al buiten de groep. Ze is ‘veel te serieus’ en kan niet meedoen met simpele spelletjes en gezellige gesprekken. Sinds ze weet dat ze hoogbegaafd is, vallen veel dingen eindelijk op hun plek.

“Ik ben een jaar of vier en sta bij de zandbak op de kleuterschool. Ik heb geen idee wat er van me wordt verwacht. Voor de zekerheid doe ik wat de andere kinderen doen. Ik pas me aan. Het is gedrag dat ik vanaf dan wel vaker zal vertonen. Als kind was ik soms jaloers op hoe gemakkelijk anderen over simpele dingen konden kletsen en daaruit voldoening en contact leken te ervaren. Zoals mijn oma en opa en mijn broer, in een gesprek over voetbal. Ik vroeg me af wat ze daar interessant aan vonden. Elke keer weer precies hetzelfde ritueel aan vragen. Ik was tien, maar toen al veel meer bezig met de grotere verbanden. Patronen in contacten tussen mensen bijvoorbeeld. Het bracht me in een spagaat. Dat ik me bijna continu aanpaste aan anderen zorgde er later in mijn leven voor dat ik een keer in huilen uitbarstte en snikkend zei dat ik het gevoel had dat ik nooit echt mezelf was. Mijn moeder keek me niet-begrijpend en verbaasd aan. Ik kreeg het niet goed uitgelegd, maar voelde ondanks de geruststellend bedoelde woorden van haar aan alles dat het waar was. Liet ik van me horen en sprak ik me uit, dan was ik veel te serieus. Dan dacht ik te veel na en moest ik het niet zo ingewikkeld maken, klonk het dan. Ik miste aansluiting en voelde me vaak eenzaam.

Buiten de boot

Ik kan er niet veel aan doen dat ik gesprekken vaak oppervlakkig vond en vind, en grapjes waar anderen dubbel om liggen voor de hand liggend en niet creatief. Dat maakte me anders dan andere kinderen, net als de eigenschap om sferen en mensen aan te voelen. Al heel vroeg wist ik of er sprake was van authenticiteit en of iemand vrijuit sprak of reageerde vanuit een afweermechanisme. Ik keek naar de wereld op metaniveau, analyseerde situaties en zag snel verbanden. Maar ik viel wel buiten de boot. Ook met mijn vriendin op de basisschool liep het spaak. Ze spoorde me aan om streken uit te halen, terwijl voor mij het onderscheid tussen goed en fout heilig was. Ik moest me aanpassen om erbij te horen en was best populair, maar ik voelde dat ik op dun ijs liep. Ik zocht houvast. Letterlijk uitte zich dat in een verandering van kledingstijl, van meisjesachtig naar stoer, als een soort bescherming tegen de harde buitenwereld.

Andere verwachtingen

Ik probeerde wel om mee te komen en mee te doen, maar ik kon vaak moeilijk een weg vinden vanuit mijn sterk ontwikkelde normen en waarden. Als ik aanvoelde dat iemand onoprechte intenties had, was ik er meteen klaar mee. Vaak had ik gewoon ook heel andere verwachtingen, zoals ik een aantal keren pijnlijk ontdekte. Met sex bijvoorbeeld. Ik verwachtte een zekere verdieping en geestelijke verbondenheid met een jongen die ik leuk vond, maar kwam erachter dat de praktijk een stuk platter was. In vriendschappen had ik hetzelfde. Ook daarin hoopte ik, vaak tevergeefs, op een bepaald niveau van verbinding. Andere mensen waren daar helemaal niet mee bezig en vonden oppervlakkig contact prima. Ik verveelde me vaak. Niet dat ik dat hardop zei, ik snapte ook wel dat dat kwetsend kon overkomen. Mijn gemis leidde ertoe dat ik steeds weer in nieuwe omgevingen dook. Door te reizen. En, uit een interesse voor spiritualiteit, door me een poosje aan te sluiten bij een filosofische en religieuze gemeenschap. Ik vond er verbinding, maar sociale situaties bleven lastig. Ook toen ik ouder werd had ik vaak geen idee wat de bedoeling was in bepaalde situaties. Nog steeds vind ik het moeilijk als mensen over iemand anders praten, maar vervolgens niet openstaan voor feedback en niet delen wat de situatie met hen doet. Heel vaak vraag ik me af waarom ze dat soort gesprekken dan überhaupt voeren. Veel mensen vinden het heftig als ik hen daarmee confronteer en vraag wat ze met een bepaalde opmerking willen bereiken. Dat zijn ze niet gewend. Ik ben gewoon praktisch. Als ik niks zeg, kan ik me voor mijn gevoel niet uiten bij de persoon in kwestie. Het zijn situaties waarin ik het liefst gewoon weg wil.

In therapie

Jarenlang was ik op zoek naar antwoorden waarom het niet goed lukte om gewoon gelukkig te zijn, en worstelde ik met gevoelens van somberheid en een gevoel van eenzaamheid. Naar de normen van anderen ging ik veel nieuwe uitdagingen aan en toch verveelde ik me vaak nog voor mijn gevoel. Ik zocht hulp en ging een-op-een in gesprek met verschillende therapeuten. Begrepen voelde ik me er niet en voor mijn gevoel kreeg ik verkeerde conclusies op mijn voorhoofd geplakt, waardoor ik alleen maar meer in de war raakte. In groepstherapie liep ik ook helemaal vast. Het is de bedoeling dat je er aan de slag gaat met een vraagstelling en feedback van anderen. Dat was niet zo’n succes. Ik weet dat ik soms hard en confronterend overkom. Omdat ik altijd het grotere geheel voor me zie, redeneer ik van daar uit en zie ik ook wat de ander ‘mist’ in zijn manier van kijken naar de dingen. Als ik dat dan wil uitleggen met de intentie de ander of het geheel verder te helpen, wordt dat vaak verkeerd geïnterpreteerd. Alsof ik de intentie heb de ander op zijn plek te zetten bijvoorbeeld. Ik raakte er enorm van in de war dat ik dat dan vervolgens niet uitgelegd kreeg.

Beladen en arrogant

Toen drie mensen uit mijn omgeving onafhankelijk van elkaar opperden dat het misschien hoogbegaafdheid kon zijn, ben ik in het onderwerp gedoken. En inderdaad, ik herkende heel veel. Er zijn wel veel misverstanden over wat het precies inhoudt, merk ik. Zo is hoogbegaafdheid nogal een beladen term en hangt er een suggestie van arrogantie omheen. Alsof hoogbegaafden zich beter voelen dan anderen. Anderen denken dat je er vooral een handige eigenschap mee in huis hebt en maar boft dat je goed kunt leren. Maar niet alleen is de waarheid een stuk genuanceerder, ook het begrip is een stuk veelomvattender. Hoogbegaafdheid kan nogal pittig zijn, zoals ik heb gemerkt. Veel hoogbegaafde mensen ervaren gevoelens heviger. Niet alleen is er een zekere intensiteit in het oppikken van wat er in hun omgeving speelt, maar het geldt ook voor hun eigen emoties. Ik weet er alles van. Ik ben soms vréselijk enthousiast over iets. Maar als ik me rot voel is het ook echt mis, tot een existentiële crisis aan toe. Ik wist heel lang niet dat het hoogsensitieve dat ik ervaar onderdeel is van hoogbegaafdheid. Veel hoogbegaafden zijn hoogsensitief. Een exacte definitie is lastig, maar hoogbegaafdheid betekent onder meer dat je informatie anders verwerkt. De metafoor met de helikopter dekt de lading wel. Die gaat uit van de hoogbegaafde als de piloot van een helikopter.

Hij ziet op zijn hoogte het grotere plaatje beneden hem. Anderen vliegen onder hem en zijn daartoe minder goed in staat. Ik denk verder vooruit dan de meeste mensen. Daarom zie ik soms al vooraf waar dingen gaan mislopen. Maar ja, leg dat maar eens uit aan mensen die er anders tegenaan kijken.

Acceptatie

Hoogbegaafdheid is dus eigenlijk een kwestie van een andere bedrading. Dat zie ik bij twee andere hoogbegaafde mensen uit mijn vriendenkring ook. Het is fijn dat we raakvlakken hebben, al is het beslist niet zo dat je als hoogbegaafden automatisch op dezelfde manier denkt en dingen beleeft. Er zijn verschillende soorten. Gelukkig leer ik er steeds beter mee omgaan. In mijn werk in de zorg let ik erop dat ik niet te snel ga voor de mensen om me heen, en probeer ik zaken uit te leggen. Soms is dat lastig. Het heeft dan ook zeker voordelen dat ik voor mezelf ben begonnen en veel alleen werk. Ik heb veel geleerd. Zo weet ik nu dat het voor mezelf soms beter is om mijn verwachtingen wat bij te stellen, niet overal te snel in te duiken, en dat ik soms de zaken beter een beetje kan aankijken. Op dit moment heb ik geen partner. Het is mijn ervaring dat mannen me wat confronterend vinden, terwijl ik daar vaak helemaal niet bij stilsta. Ik vind juist dat we alles open moeten kunnen bespreken. In zekere zin zoek ik nog steeds naar een bepaalde verbondenheid, ook in vriendschappen. Het gaat mij echt niet om het praten over ingewikkelde thema’s, maar wel om de maníer van praten. Veel gesprekken komen toch vooral neer op een uitwisseling van informatie. Ik wil in een gesprek juist samen op onderzoek uit en vind het interessant om het te hebben over zelfontwikkeling en waarom we reageren zoals we doen, bijvoorbeeld. Doordat ik mezelf steeds beter leer kennen groeit de acceptatie van mijn hoogbegaafdheid. Het gaat steeds beter. Al vind ik het nog steeds jammer dat er zo veel momenten zijn geweest waarop ik twijfelde aan mezelf. Ik hoop dat anderen daar veel minder last van hebben. En dat ze door herkenning in mijn verhaal die zelftwijfel kunnen loslaten.”

Dit artikel verscheen eerder in Marie Claire Jan/Feb 2021. 

Tekst: Marjolein Straatman | Beeld: Adobe Stock

Laatste nieuws