In vertrouwen: 'Ik ben zestig keer opgenomen geweest'

Toen Anne Koopen (32) als kind getuige was van een groepszelfmoord op de Eiffeltoren, knapte er iets. Ze ontwikkelde borderline persoonlijkheidsstoornis en ging door een psychische hel. 

In vertrouwen: 'Ik ben zestig keer opgenomen geweest'

Anne: "Al zolang ik me kan herinneren heb ik een obsessie met de dood. Maar vanaf het moment dat ik op mijn tiende – tijdens een gezellig gezinsuitje – getuige was toen drie mensen zich van de Eiffeltoren af wierpen, kon ik helemaal aan niks anders meer denken of ergens anders over praten. De stemmen in mijn hoofd bleven me vertellen dat ik ook zelfmoord moest plegen. Ik kropte al mijn gedachten op en sloeg met mijn vuisten op mijn hoofd om ze te verdrijven. Ik gilde en huilde en durfde pas later aan mijn moeder te vertellen wat er zich bij mij vanbinnen afspeelde, omdat ik me ervoor schaamde. Mijn moeder was heel lief voor me en legde me daarna uitgeput op bed.

Gevaar voor mezelf

In mijn hoofd stopte het nooit en ik ontwikkelde een eetprobleem. Ik stopte mezelf vol met koek, chips en chocola en ging vervolgens boven de wc hangen. Met een tandenborstel achter in mijn keel forceerde ik dat ik ging spugen. Ook begon ik mezelf te beschadigen met een schaar, mes of scheermes. Ik ontdekte hoe ik met een scheermes oppervlakkige wonden kon veroorzaken door m’n huid eraf te schrapen. De vellen vlogen van mijn polsen. Dan bloedde het vreselijk. Soms sneed ik mezelf onder de douche in mijn benen. Dan gilde ik het uit van de pijn en moest mijn moeder me afdrogen omdat ik daartoe niet meer in staat was.

Zo vormde ik steeds meer een gevaar voor mezelf. Op mijn dertiende werd ik voor het eerst gedwongen opgenomen in een psychiatrische instelling. Het was de eerste van vele keren, want tot mijn vijfentwintigste ben ik zo’n zestig keer opgenomen geweest. Mijn ouders stonden erbij en keken ernaar hoe hun kind steeds verder afgleed.

Want dat was wat er gebeurde. Ik ging met de verkeerde mensen om, kwam in aanraking met mannen die misbruik van me maakten. Vaak had ik sex in ruil voor geld, waar ik dan weer drugs en drank voor kocht. Aan coke raakte ik verslaafd en ik rookte zelfs een keer crack en gebruikte GHB. Ook bleef ik mezelf beschadigen. Ik was een wandelend wrak dat van de ene opname naar de andere ging.

Ik wilde niet meer

Ik heb verschillende diagnoses gehad, zoals adhd, depressie, autisme en anorexia, maar geen van deze labels dekte de lading. Pas toen er op mijn achttiende borderline werd vastgesteld, herkende ik me volledig in die beschrijving. Ik was zelfdestructief, onzeker, verslavingsgevoelig en ik had stemmingswisselingen en angsten. Op het moment van die diagnose viel voor mij alles op z’n plek. Maar dat wil niet zeggen dat ik al bezig was met mijn herstel. Sterker nog: het ging psychisch van kwaad tot erger.

Onder invloed van de drank en drugs draaide ik regelmatig door. Ik drukte sigarettenpeuken uit op mijn armen en benen en sneed in mijn polsen. De heftige pijnscheut die dat opleverde, zorgde ervoor dat ik even verlost was van mijn gedachten en nergens aan hoefde te denken. Soms ging ik zelfs out. Vaak werd ik door de politie onder de wonden bij het ziekenhuis afgeleverd. Dan volgde er weer een opname en begon het liedje weer van vooraf aan. Zo is dat vanaf mijn achttiende tot mijn vierentwintigste gegaan. Tot op het punt dat ik tijdens een afspraak bij de huisarts aangaf dat het voor mij niet meer hoefde. Ik wilde niet meer leven en wat mij betreft kon er een euthanasietraject worden ingezet.

Allerlaatste kans

Zo ver is het gelukkig niet gekomen, want op mijn vierentwintigste kwam er alsnog een ommekeer. Voor de zoveelste keer werd ik die avond door mijn GGZ-manager uit huis geplukt. Onder de drank en drugs lag ik op bed en ik had mezelf weer beschadigd. Hij stond naast me en zei: ‘Anne, je gaat kapot zo. Ik breng je voor een langere opname naar Eindhoven.’ Ik wist dat dit mijn allerlaatste kans was op herstel. Deze man heeft me gered, zo kan ik dat nu zien.

In de kliniek in Eindhoven heb ik het licht gezien, om het zo maar even te omschrijven. Ik kwam terecht tussen andere patiënten en zag hoe sommigen eraan toe waren. Ik herinner me nog goed dat er een andere jonge vrouw was die helemaal onder de meest verschrikkelijke littekens zat door de zelfmutilatie. Ik keek naar haar, had medelijden en ik vond haar doodeng. Andere patiënten waren ook bang voor haar door hoe ze eruitzag. Dit was voor mij een eyeopener: zo wilde ik absoluut niet eindigen, ook al had ik inmiddels honderden plekken van uitgedrukte sigaretten op mijn lijf. Mijn uiterlijk was altijd belangrijk voor me geweest, ik wilde er echt niet zo uit komen te zien. Ik besloot toen en daar dat ik moest stoppen met mijn gedrag en echt moest proberen om iets van m’n leven te gaan maken. Met de intensieve zorg in die kliniek is het me uiteindelijk gelukt om de knop om te zetten.

Delen is helen

Aan de buitenkant zie je alleen aan mijn littekens nog wat me is overkomen. Die verraden mijn verleden. Soms vragen mensen ernaar, dat vind ik niet erg. Ik antwoord altijd dat het plekken zijn uit een tijd dat ik slecht in mijn vel zat. Of ik zeg kortaf dat het brandwonden zijn. Ik schaam me er niet voor, het hoort bij me en ook deze periode heeft me gemaakt tot wie ik nu ben.

Na mijn opname in de Eindhovense kliniek ben ik de opleiding tot ervaringsdeskundige gaan volgen. Zo kan ik iets positiefs doen met het negatieve dat ik heb meegemaakt. Van iets lelijks iets moois maken. Ik geef lezingen over mijn ervaringen, in de hoop daarmee anderen te helpen en inspireren. In mijn verhaal leg ik de nadruk op het belang van het delen van je gedachten en je ervaringen. Dat klinkt misschien als een open deur, maar veel mensen met psychische problematiek schamen zich hiervoor en durven er niet over te praten. Terwijl dat juist zo belangrijk is, heb ik geleerd in mijn herstelperiode. Ik praatte de hele dag door met deskundigen en met lotgenoten en dat heeft me enorm geholpen. Delen is helen. En wanneer je erover praat, ben je niet alleen.

Helemaal hersteld kan ik mezelf nog zeker niet noemen. Ik slik nog steeds medicatie om mezelf in balans te houden. Die helpt me de depressies tegen te gaan en ervoor te zorgen dat ik geen paranoia gedachten krijg. Ik wil de medicatie wel gaan afbouwen, maar zo ver ben ik nog niet. Aan de andere kant heb ik wel last van de bijwerkingen van de medicijnen. Als ik twee uurtjes gewerkt heb, ben ik zo moe dat ik een middagdutje moet doen. Toch ben ik positief en kijk ik met een goed gevoel naar mijn toekomst.

Ik ben nu tweeëndertig. In de zomer dat ik dertig werd, heb ik voor mijn gevoel echt meer mijn rust kunnen vinden. De zelfbeschadigingen zijn helemaal gestopt en ik ben begonnen met het schrijven van mijn boek. Ook dat is voor mij therapeutisch geweest. Het was zwaar, maar het heeft me geholpen om mijn verleden een plek te geven. Ik heb nog weleens een terugval gehad, maar zo diep vallen als toen is niet meer gebeurd. De deskundigen noemen het een wonder dat ik er zo goed uitgekomen ben, daarom heb ik mijn boek Lief mirakel genoemd.

Stapje voor stapje

Ik heb geen depressies meer en ik heb onlangs zelfs kunnen stoppen met roken, terwijl ik achttien jaar lang wel 30 tot 40 sigaretten per dag rookte. Daaruit blijkt ook wel dat het nu goed met me gaat. Ik kan het leven weer aan. Uit mijn werk haal ik veel voldoening, omdat ik echt het gevoel heb dat ik het verschil kan maken. Ik kan anderen in eenzelfde situatie hoop geven en ik wil laten zien dat je eruit kunt komen – hoe donker het leven ook voelt.

Na afloop van een lezing op een school kwamen laatst wel drie kinderen naar me toe die ook aan automutilatie deden. ‘Mevrouw, u bent echt een voorbeeld voor me’, zei eentje. Zoiets maakt mijn dag. Ik ben ongelooflijk dankbaar dat ik dit kan doen. Op goede dagen kan ik mijn verhaal vertellen zonder emotioneel te worden. Dan voelt het alsof het over iemand anders gaat en kan ik er afstand van nemen. Maar op momenten dat ik minder goed in mijn vel zit, heb ik er moeite mee om te accepteren dat dit echt over mij gaat. Het is zo heftig dat ik het haast niet kan bevatten en dan barst ik in huilen uit.

Tijdens mijn opnames heb ik geleerd dat het superbelangrijk is om goed voor mezelf te zorgen. Ik ga op tijd naar bed, eet gezond en zorg ervoor dat mijn huis opgeruimd en netjes is, want ook dat werkt door in je hoofd. Zelfzorg is het toverwoord. Zo leer je stapje voor stapje weer van jezelf te houden. Ook voel ik steeds meer ruimte in mijn leven voor een relatie. Ik date regelmatig, maar de juiste persoon ben ik nog niet tegengekomen. Dat is ook niet makkelijk, zeker niet met mijn verleden. Ik vertrouw mensen niet snel, vooral mannen niet. Hoewel ik me niet schaam voor mijn verleden, is het ook niet iets dat ik tijdens de eerste date op tafel gooi. Ik geloof nog steeds in de liefde, dus weet zeker dat er voor mij ook op dat gebied iets moois in het verschiet ligt."

Anne Koopen schreef het boek Lief Mirakel – Dagboek van een borderliner, € 19,99 (uitgeverij Boekscout)

Lifestyle
  • Tekst: Merel Brons
  • Adobe Stock