6 x carrièrelessen van icoon Coco Chanel

Tips van een Frans icoon!

“Doe wat je wilt”. Dat zei Coco Chanel. Op haar eigenwijze, unieke manier werkte ze zich op tot weergaloze modetopvrouw. Marie Claire kijkt Coco de kunst af en geeft jou haar zes beste carrièrelessen.

Coco Chanel was een dame met lef en humor, een drukke duizendpoot die lak had aan bestaande conventies. Haar ontwerpen –de Little Black Dress en het mantelpak– zijn tijdloos. Net als haar business lessen. Want al had Coco Chanel geen enkele achtergrond in zakendoen, ze zette één van de succesvolste mode-imperia ter wereld op. Als we onszelf voor het gemak ook even zien als autodidacten, hoe beklimmen we dan à la Coco de zakenladder?

1/ Jij bepaalt je eigen toekomst Gabriëlle Chanel werd in 1883 geboren in Saumur uit arme ouders. Toen haar moeder stierf, stuurde haar vader haar naar de nonnen. Voor Coco was het feit dat haar vader haar ‘afdankte’ erger dan een wees te zijn. Ze voelde zich totaal in de steek gelaten. Op haar elfde kon ze naaien als de beste. En borduren, haken, en heel hard werken. Ze kreeg een baantje als naaister en ’’s avonds danste en zong ze in een nachtclub. Ze wilde nooit meer arm zijn. In de zomer van 1907 werd ze de minnares van de welgestelde textiel-erfgenaam Étienne Balsan. Onder zijn vleugels bewoog ze zich in de gegoede Franse kringen en begon ze te experimenteren met design. Haar missie werd om elegante kleding te ontwerpen, van de zachtste meest luxe stoffen, waarin je vrij kon bewegen. In 1910 begon ze (met hulp van haar rijke vrienden) een boetiek aan de Rue Cambon in Parijs, Chanel Modes, gevolgd door een boetiek in Deauville. The rest is history.

2/ Wees jezelf wees anders “In order to be irreplaceable one must always be different”, zei Chanel. “Mensen lachten om de manier waarop ik me kleedde, maar dat was het geheim van mijn succes; I didn’’t look like anyone.

Coco was een ongelooflijke denker.  Geen ingewikkelde marktonderzoeken of pr-offensief om haar kleren aan de man te brengen, gewoon háár visie op wat mode moest zijn. Zijzelf was haar visitekaartje. Er is een niet te onderschatten portie lef voor nodig om jezelf, –lees: anders te zijn. Coco’’s belangrijkste drijfveer was datgene te doen wat goed voelde. Daaraan was alles ondergeschikt.

3/ Breek met de gevestigde orde 
In de jaren twintig deed Coco goede zaken. Ze bedacht een hitparfum, Chanel No 5, dat ruikt naar een mooie bepoederde vrouw, en ze vond een nieuw kledingstuk uit: de Little Black Dress. Tot die tijd werd zwart gezien als een kleur die je droeg in de rouw, maar Chanel was van mening dat zwart alles in zich had.

4/ Branding is power 
Toen ze danste in nachtclubs gaven zeelieden Gabrielle Chanel de bijnaam ‘Coco’, vanwege het liedje dat ze zong ‘Qui qu’a vu Coco’. Die naam is ze blijven hanteren, want Coco Chanel, met dubbele C, zo’’n naam blijft op je netvlies staan. Ook begreep Chanel als geen ander de kracht van een signature style. Haar bob, haar rode lipstick, haar parels.

5/ Maak een ijzersterke indruk 
In dertig seconden vorm je een eerste indruk van iemand. Chanel geloofde dat je in die dertig seconden met je manier van kleden een voorsprong kon nemen. Ze wilde dat vrouwen er goed uitzagen, zelfverzekerd en sterk, zodat ze konden worden zoals ze zich vanbinnen voelden. Je krijgt geen tweede kans voor een eerste indruk. 

6/ Geef nooit op 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest Chanel haar business sluiten. Ondanks haar leeftijd en reputatieschade (ze had het volgens het geruchtencircuit aangelegd met een Duitse officier), was ze in staat om op haar 71ste een comeback te maken in de mode-industrie. Ze vond haar designs opnieuw uit en werd weer een fashion leader. Never give up.

Tekst: Jonna ter Veer

Laatste nieuws