In vertrouwen: “Ik werd misbruikt door mijn fysiotherapeut”

Daniella (31) doet haar verhaal.

Daniella (31): “Eind 2015 overleed mijn zus totaal onverwacht door een ongeval. Paula had altijd haar eigen kapsalon gerund, dat was haar lust en haar leven. Het was een kleine kapperszaak met voornamelijk vaste klanten, veel ouderen uit de buurt. Toen ik de vraag kreeg of ik die kapsalon wilde overnemen – ik ben zelf ook kapster – twijfelde ik wel even. Dit was geen hip of jong publiek. Toch besloot ik ervoor te gaan. Om de droom van mijn zus voort te zetten.

Weinig begrip
Ik vond er troost in om in haar zaak rond te lopen, met haar werknemers over haar te praten, de vriendelijke warme woorden te horen van klanten die haar goed hadden gekend en al jaren door haar werden geknipt. Maar na twee maanden kwam ik erachter dat de zaken er financieel helemaal niet zo rooskleurig voorstonden. Paula was een schat, een goede kapster, maar had weinig zakelijk inzicht. Daarbij was ze ook gewoon te lief voor haar personeel, ze kregen erg goed betaald maar werkten niet bepaald hard of snel. Als ik aan het einde van de maand alle kosten op rij zette, bleef er onder aan de streep weinig over. Soms moest ik zelfs geld bijleggen! Ik moest een andere koers gaan varen, anders kon ik de tent wel sluiten. Hiermee maakte ik mezelf natuurlijk niet geliefd bij de meiden die al achttien jaar in de kapsalon werkten. Ik vond het vreselijk, speelde open kaart, maar kreeg toch weinig begrip.

“Wat me opviel, was dat hij tijdens de intake bijzonder veel tijd voor me nam”

Uitgebreide intake
Ondertussen werkte ik op de toppen van mijn kunnen, was ik doodop en kreeg ik vreselijk veel last van mijn onderrug. Misschien door het harde werken: ik werkte zes dagen per week en deed op zondag de administratie. Of waren die lichamelijke klanten soms te wijten aan stress? De huisarts zei dat hij een goede fysiotherapeut voor me wist. Dennis was een aardig ogende man van midden veertig. Met zijn vriendelijke ogen keek hij me door een klein rond brilletje aan.

Wat me opviel, was dat hij tijdens de intake bijzonder veel tijd voor me nam. Hij wilde alles van me weten, wat voor werk ik deed en waar dan precies. Ik zag er geen kwaad in – eerlijk gezegd was ik allang blij dat er iemand was die naar me luisterde, empathie toonde. Ik vertelde hem dat ik mijn zus had verloren en nu haar kapsalon probeerde te redden. Tijdens ons eerste gesprek heb ik zelfs zitten huilen. Achteraf vind ik dat zo erg: hij wist hoe zwaar mijn leven was, dat ik een emotioneel wrak was, en toch heeft hij ervoor gekozen om misbruik van mij te maken.

Complimentjes
Het gebeurde allemaal heel geleidelijk, aanvankelijk door kleine complimentjes te geven over mijn lichaam. ‘Goh, wat heb je een mooie slanke taille’ of ‘Wow, je bent mooi bruin’. Ik lag op mijn buik op de massagetafel en ging ervan uit dat ik met een professional van doen had. De eerste keer dat ik dacht: goh, wat raar, was toen een collega-fysiotherapeut die praktijk houdt in de kamer naast hem met een klein klopje de deur opende, zogenaamd om te vragen of Dennis een kettinkje had gevonden. Ik was me net aan het uitkleden en stond in alleen mijn ondergoed. Hij bekeek me en daarna wisselden hij en Dennis een korte maar alleszeggende blik met elkaar. Ze hadden het over mij gehad, dat kon niet anders. Die collega kwam niet zomaar binnenlopen.

“Ze zagen in hun praktijk elke dag tientallen naakte mensen, ook vrouwen. Het was natuurlijk onzin om hier iets achter te zoeken”

Ik vertelde mijn beste vriendin over het voorval. ‘Daan, ben je niet gewoon een beetje in de war’, zei ze. Natuurlijk, ze had gelijk. Ze zagen in hun praktijk elke dag tientallen naakte mensen, ook vrouwen. Het was natuurlijk onzin om hier iets achter te zoeken. Alsof Dennis had geroken dat ik het voorval met die collega behoorlijk vreemd had gevonden, gedroeg hij zich de keer erop heel zakelijk en gaf hij me geen enkele aanleiding om aan hem te twijfelen. Nu, achteraf, doorzie ik zijn patronen. Hij is geraffineerd te werk gegaan door steeds net niet te ver te gaan. Daardoor kon hij een tijdlang zijn gang met mij gaan.

Te naïef
De rugpijn kwam volgens Dennis vanuit mijn nek en schouders. In mijn bovenrug zat het ook vast. Ik moest rechtop gaan zitten, voelde zijn adem in mijn nek en zijn vingers onder het bandje van mijn beha. Eerst op mijn rug, maar later ook op mijn schouders. Daar bleven ze even hangen, alsof ze naar beneden wilden afdwalen. Ik hield mijn adem in. Waar was dit goed voor? ‘Leuk, die sproetjes op je schouders’, zei hij. Beeldde ik het me nou in, of klonk zijn stem wat opgewonden? Als ik dit nu vertel, denk ik: wat een rund ben ik geweest! Waarom niet meteen op zoek naar een andere fysio die wel gewoon zakelijk kon blijven en die geen complimenten maakte over de kleur van je beha?

“Beeldde ik het me nou in, of klonk zijn stem wat opgewonden?”

Preek
Wat ik denk, is dat mijn ongeloof te groot was. Ik was te naïef. Daarbij liep mijn hoofd al over, zat ik tegen een burn-out aan en begon ik van alles te vergeten, waaronder ook mijn volgende afspraak met Dennis. Hij belde me aan het einde van de middag, met de vraag waarom ik niet was komen opdagen eerder die dag. Hij klonk gepikeerd, alsof ik hem had laten zitten op een eerste date. Toen ik hem de volgende dag zag, kreeg ik een preek. Ik moest wel trouw mijn afspraken nakomen, anders herstelde ik nooit.

“Zo overdonderd was ik. Hoe ik uiteindelijk weg ben gegaan en hoelang hij met zijn handen in mijn beha heeft gezeten, kan ik niet zeggen”

Nu of nooit
Na een paar weken ging het met mijn rug stukken beter. Ik vroeg aan Dennis of hij enig idee had wanneer mijn behandeling erop zat. Mijn zorgverzekering bleef ook niet eindeloos vergoeden. Ik denk dat hij een soort nu-of-nooit-gevoel kreeg, want hij ging vlak achter me staan, legde zijn handen op mijn sleutelbeenderen en zakte naar beneden. Hij omklemde mijn borsten! En kneep in mijn tepels. Ik zat verstijfd op die bank. Ik zei niets, ik deed niets en ik dacht ook niets. Ik sprong niet van die bank af, pakte niet meteen mijn kleren. Zo overdonderd was ik. Hoe ik uiteindelijk weg ben gegaan en hoelang hij met zijn handen in mijn beha heeft gezeten, kan ik niet zeggen. Ik meen een minuut of twee.

 “Ik schaamde me voor mijn eigen goedgelovigheid”

Half huilend
Toen ik thuiskwam heb ik mijn vriend gebeld, half huilend. We zijn samen naar de politie gegaan om aangifte te doen. Mevrouw, het is natuurlijk uw woord tegen het zijne. Er valt niets te bewijzen, tenzij er andere gedupeerden zijn. Vrouwen die het er net als ik niet bij laten zitten. Ik ben er weken door van slag geweest. Ik schaamde me voor mijn eigen goedgelovigheid.  Misschien denk je: wat is er zo erg aan – je bent toch niet echt verkracht? Voor mij weegt het zwaar dat ik hem mijn vertrouwen gaf, zoals je dat doet bij een arts of therapeut, dat hij zich voordeed als een aardig mens, medelevend ook. Ik was al een wrak en dit was de druppel. Per mail liet ik Dennis weten dat ik geen vervolgbehandeling wenste. Op aanraden van de politie hield ik het bericht zo neutraal mogelijk.

Niet welkom
Het voorval verdween langzaam uit mijn hoofd. Tot Dennis op een vrijdagmorgen, ongeveer drie weken later, ineens in mijn kapsalon stond. Ik was met een klant bezig en bevroor toen ik zijn stem hoorde. Nee, dit kon niet! Omdat de zaak behoorlijk vol zat en ik geen scène wilde schoppen, sloot ik me op op het toilet tot ik zeker wist dat hij weg was.

“Maar het idee alleen al dat hij in mijn stoel zou plaatsnemen maakte me ziek”

Ik keek in onze agenda: ja hoor, er was een afspraak voor hem ingepland, en hij had ook nog eens expliciet om mij gevraagd. Op een rustiger moment heb ik mijn werknemers, inclusief onze stagiaire, bijeengeroepen. Ik moest gewoon vertellen waarom ik zo van streek was. Ze waren heel lief voor me, vonden dat ik het eerder met hen had kunnen delen. Ik heb er nog even over getwijfeld of ik hem niet gewoon alsnog moest knippen, en zijn kapsel dan lekker zou verpesten. Maar het idee alleen al dat hij in mijn stoel zou plaatsnemen maakte me ziek. Uiteindelijk heeft een van mijn werknemers hem gebeld en gezegd dat hij niet welkom was in onze kapsalon. Hij wist wel waarom. Hij hing mopperend op, vond het geen stijl dat hij zo werd behandeld.

Naar de politie
Wat ik hoop, is dat vrouwen en meisjes die een dergelijke ervaring hebben naar de politie gaan. En er eerlijk over zijn tegen vrienden en vriendinnen. Twijfel niet aan jezelf, zoals ik deed. Maar ook: bewaak je grenzen. Als je voorgevoel zegt dat er iets niet klopt, maak dan dat je wegkomt! Ook als het een professional betreft.”

Lees ook: Dit is waarom je nooit mag sporten met een kater

Tekst: Natasja Bijl l Beeld: iStock

Laatste nieuws