Carrière maken is geen sinecure, al helemaal niet in tijden van crisis. Gelukkig zijn er een paar duidelijke rules. Welke zinnen kun je bijvoorbeeld beter nooit uitspreken op het werk? Zie hier: de 10 dingen die je beter niet zegt, deel 1
‘Ik denk dat
’
Dénk je dat jouw bedrijf of idee een investering waard is
of weet je het zeker? Formuleer je zinnen zo dat je niet alleen anderen overtuigd, maar zelf ook laat zien dat je in je product of bedrijf gelooft.
‘Hier kan ik niks aan doen.
Weet je dat wel zeker? Heb je nagedacht over alle mogelijkheden? Je collegas zullen de moeite zeker appreciëren, dus stel voor dat je er nog eens naar kijkt of het op een andere manier aanpakt.
Dat had je eerder kunnen zeggen.
Soms vergeten je collegas je per ongeluk iets belangrijk mee te delen, waardoor jij later in de problemen komt. Ga nou niet met de vinger wijzen, maar leg aan je collega uit dat hij/zij het je de volgende keer iets vroeger laat weten.
Ik heb het nu veel te druk.
Niemand voelt zich graag onbelangrijker dan iets of iemand anders. Zeg dus niet dat je het gewoon te druk hebt, maar stel voor om het gewoon even later op de dag te bespreken met een koffie of thee.
Hij is zon lul! of Ik heb het gehad met mijn baan.
Name-calling is een grote no-no. Je stelt je niet alleen kinderachtig op, het kan je zelfs het einde van je baan opleveren. Slik je innerlijke woede in en pak het neutraal aan.
