Vrouwen verrichten meer ‘ondankbare’ taken op het werk: zo kunnen we het probleem aanpakken

Per jaar verrichten vrouwen 200 uur meer 'non-promotable tasks' dan mannen.

Van presentaties checken op spelfouten tot het uitruimen van de vaatwasser. Op de werkvloer verrichten vrouwen veel vaker dan mannen dit soort ‘non-promotable tasks’. Taken die belangrijk zijn, maar niet bijdragen aan hun carrièregroei.

Non-promotable tasks

Een bloemetje voor een collega regelen die met zwangerschapsverlof gaat, een ruimte klaarmaken voor een grote presentatie of de catering regelen voor klanten die langskomen voor een lunchafspraak. Het zijn allemaal taken die belangrijk zijn voor het bedrijf waar je werkt. En je baas zal je heus wel dankbaar zijn, maar het zijn klusjes die niet bijdragen aan je carrière.

Gedragseconoom en hoogleraar economie Lise Vensterlund en haar collega academici Linda Babcock, Brenda Peyser en Laurie Weingart bedachten een begrip voor deze ’taken’: non-promotable tasks. De academici omschreven de term als taken die ‘ertoe doen voor je organisatie, maar die je carrière niet vooruithelpen’.

The No Club

De vrouwen bedachten deze term niet alleen, maar ze bespraken ook regelmatig hoe ‘overweldigend’ die extra taken waren. Omdat ze hier zo vaak over spraken, richtten ze de The No Club op, een naam die ze later ook aan hun boek gaven over deze non-promotable tasks: The No Club: Putting a Stop to Women’s Dead-End Work.

Ook deden de academici onderzoek naar dit probleem. Hieruit bleek dat vrouwen gemiddeld 200 uur meer aan non-promotable work spenderen dan mannen. Wat dus neerkomt op vijf werkweken aan dead-end werk.

Stap 1: het probleem erkennen

De onderzoekers wilden graag weten waarom vrouwen geneigd zijn dit soort werk op zich te nemen. Een nieuw onderzoek volgde. Hieruit kwam naar voren dat vrouwen dit werk vaker doen, omdat het nu eenmaal van vrouwen verwacht wordt.

Een eerste stap richting verbetering, is volgens Vesterlund om meer aandacht te vragen voor non-promotable tasks. Het begrip maakt namelijk duidelijk waarom het een probleem is. “Het is een kritische eerste stap, zodat we erkennen dat niet alle toegewezen taken hetzelfde zijn”, vertelt Vesterlund aan CNBC. “Het dead-end werk gaat voornamelijk naar vrouwen, en dat weerhoudt ze van succes.”

De onderzoekers roepen op om hier meer bewustzijn voor te creëren, zodat deze taken op een eerlijkere manier verdeeld worden. Dit hoeft niet ingewikkeld te zijn. Vesterlund kwam met de suggestie om het op een bijna kinderlijke manier te doen, namelijk door lootjes te trekken. Ook is het verstandig om een document bij te houden waarin staat wie welke non-promotable task uitvoerde.

Stap 2: verwachtingen bijstellen

Ook vrouwen zelf moeten zich ervan bewust worden dat ze eerder non-promotable tasks uitvoeren dan mannen. Veel vrouwen hebben er zelf namelijk ook een aandeel in. Gelukkig kun je het deels verhelpen. Opper tijdens een meeting bijvoorbeeld niet meteen dat jij een bepaalde taak wel wilt uitvoeren.

Mannen lijken zich er (onbewust) vaak makkelijk vanaf te maken. Vesterlund en haar collega’s spraken met een organisatie die de lichaamstaal van mannen tijdens een vergadering bestudeerde. Wat bleek? Als er een vrijwilliger voor iets nodig was, keken mannen ongeïnteresseerd voor zich uit en checkten ze hun telefoon. Vesterlund vindt daarom dat vrouwen wat spaarzamer met hun ja’s om moeten gaan. “Elke keer wanneer je ‘ja’ tegen iets zegt, zeg je impliciet ‘nee’ tegen iets anders.”

Stap 3: geef een aangepaste ‘ja’

Voel jij je opgelaten wanneer een bepaalde taak uitgevoerd moet worden en er geen vrijwilligers zijn? Dan kun je alsnog ‘ja’ zeggen als je dat zelf wilt. Maar maak er geen volmondige ‘ja’ van, maar een aangepaste ‘ja’. Zeg dat je iets wel kunt doen, maar dat je dan een andere (non-promotable) taak op je to-do lijst niet meer kunt uitvoeren. Zo behoud je de balans en kun je af en toe toch ‘ja’ zeggen tegen die taken.

Bron: CNBC | Beeld: iStock

Laatste nieuws