Expert deelt tips: zo praat je over koetjes en kalfjes met je collega’s

Smalltalk ongemakkelijk? Dat hoeft dus niet, legt een public speaking-expert.

Naast je collega’s staan bij de waterkoeler of het koffiezetapparaat kan erg gezellig zijn. Samen de weekendplannen bespreken, of even stoom afblazen over een vermoeiend project waar je aan werkt…maar als je nu echt niets hebt om over te praten, sta je dan maar gewoon in stilte naast elkaar? Awkward! Dat kun je gelukkig voorkomen. Met een paar simpele vragen heb je opeens een hartstikke gezellig gesprek.

Koetjes en kalfjes

Waar je met je vriendengroep over de meest uiteenlopende onderwerpen kunt praten – van je relatie en seksleven tot die ene vervelende collega of een gedeelde hobby – met je collega’s houd je het vaak liever aan de oppervlakte. Dat voorkomt een hoop wrijving op de werkvloer, en zo houd je het gezellig met elkaar.

Maar wat als je niet goed bent in praten over kleine dingen? Begin je dan elke dag maar opnieuw een gesprek over het weer? Public speaking coach John Bowe legt aan CNBC uit dat het allemaal niet zo moeilijk hoeft te zijn. “Ik zeg altijd dat je moet ontdekken wat jullie met elkaar gemeen hebben. Je doel is om te laten zien dat je emotioneel intelligent bent. Dat je een risico durft te nemen, zonder intimiderend over te komen”, deelt hij. Bowe legt uit dat hij verschillende soorten vragen herkent die echte ‘smalltalk-experts’ gebruiken in het dagelijks leven.

1. Waar kom je vandaan?

Natuurlijk vraag je dit niet zo snel letterlijk aan iemand die je niet goed kent. Maar er bestaan allerlei verschillende manieren om dit te vragen. Weet je bijvoorbeeld dat iemand van de andere kant van het land verhuisd is, of elke dag een uur rijdt om naar kantoor te komen? Vraag ze dan naar de stad waar ze opgegroeid zijn. Vaak komen hier allerlei leuke verhalen uit. Bij jaarlijkse beurzen of conferences kun je eens vragen of een collega al vaker naar dit evenement is geweest. Een vraag als hoe ze bij hun huidige functie uit zijn gekomen, werkt meestal ook goed. Zelfs buiten de werkvloer is dit goed toe te passen. Op een feestje met een hoop vreemden kun je eens informeren waar ze de host van kennen. Success gegarandeerd.

2. Heb je het naar je zin?

Ook deze vraag heeft een bijna eindeloze lijst varianten. Vaak werkt een simpele ‘Lukt het?’ of ‘Wat voor leuks ben je mee bezig?’ al als goede gespreksstarter. Ook kun je het betrekken op de situatie. Een opmerking over de omgeving of over een presentatie werkt vaak ook goed. Een observatie als ‘Het viel me net op dat het net in de meeting over onderwerp X ging. Wat vind jij daarvan?’ kan goed werken.

3. Wat doe je?

Van je meeste collega’s zul je wel een general idee hebben waar zij zich op de werkvloer mee bezig houden. Maar heb je wel eens doorgevraagd naar hun specifieke projecten? Toon bijvoorbeeld je interesse in wat ze enthousiast maakt – wat vinden ze zo leuk aan hun werk? Waar zijn zij nu echt goed in? Vergeet bovendien niet dat je collega’s ook búiten de werkvloer een leven hebben. Wat doen ze met hun vrije tijd? Welke hobby kunnen zij zich in verliezen? Niets zo leuk als iemand horen praten over what makes them tick.

4. Hoe gaat het met je familie?

Misschien het meest risky onderwerp op deze lijst, want niet iedereen heeft een even fijne band met z’n familie. Toch kun je het altijd als onderwerp aansnijden. Helemaal als je bijvoorbeeld een evenement hebt waarbij hun familie aanwezig is. Merk je dat je collega het er liever niet over heeft? Dan weet je dat het tijd is om het ergens anders over te hebben. Vaak zul je echter uitgebreid antwoord krijgen en misschien zelfs familiefoto’s te zien krijgen – wist jij dat je collega’s broers en zussen hadden waar ze ontzettend op lijken?

Bron: CNBC | Beeld: iStock

Laatste nieuws