Textielafval wordt een steeds groter probleem in Nederland. Hoog tijd om daar iets aan te doen, vonden Monique Drent en Laura Suijkerbuijk. Zij richtten The Swapshop op, een duurzame modestart-up die als doel heeft om de negatieve impact van de textielindustrie te reduceren. In de mini documentaire High Hopes vertellen zij hun verhaal.
135 miljoen kilo textiel
Sinds de opkomst van fast fashion in de jaren ’90 is textielafval overal in de wereld een steeds groter probleem geworden. We willen steeds vaker nieuwe kleding dragen en gaan daarom meer produceren, maar we gooien ook steeds sneller items weg. Jaarlijks wordt door Nederlanders ruim 135 miljoen kilo textiel naar de kledingbak gebracht – een fractie van al het textiel dat wordt weggegooid – en de helft hiervan is niet meer draagbaar.
Deze films en series verschijnen in oktober op Netflix
Kledingruilwinkel
De beste oplossing voor deze negatieve ontwikkeling? Een circulaire economie, waarin kleding zo veel mogelijk wordt doorgegeven en hergebruikt of anders gerecycled tot nieuw textiel. Bij Swapshop willen Monique en Laura dit in het klein construeren en anderen inspireren hetzelfde te doen. Monique vertelt: “Daar hebben wij een heel simpel model voor bedacht: een kledingruilwinkel. Daar kan bij ons kleding ingeleverd worden, en als mensen dat doen dan krijgen ze daar swaps voor, dat zijn punten. Vervolgens kunnen ze met die punten weer vijftig procent korting krijgen op alle items die bij ons in de rekken hangen.”
Door op deze manier textiel te recyclen willen Monique en Laura enerzijds voorkomen dat er meer items op de afvalberg belanden, en anderzijds voorkomen dat er nieuwe items geproduceerd moeten worden. In de documentaire leggen de dames uit hoe ze te werk gaan en wat hun doelen zijn voor de komende tijd. En dat zijn er een heleboel. Het zou zomaar kunnen dat we over drie jaar tien Swapshops in Nederland hebben. De docu is absoluut het kijken waard!
Bron en beeld: MUMSTER
