Wie heeft er zin in eindeloos Rummikuppen en lelijke tekeningen? Eva niet. Of tóch?
En toen was ik zwanger. Sterker nog: op het moment dat jij dit stukje leest ben ik waarschijnlijk al bevallen, tenminste, als dat ná 8 augustus is, want dan ben ik uitgerekend. En terwijl je dat doet, lekker in de zon, cocktail in de hand en je onderkantje nog fijn intact geniet er nog even van, zou ik zeggen lig ik waarschijnlijk in opperste verbazing te koekeloeren naar dat wonderlijke hoopje mens dat zojuist uit mij tevoorschijn is gekropen. Een kind van vlees en bloed, een dochter ook nog eens, zo eentje die in vrouwenbladen zo koddig een mini-me wordt genoemd. Ik! Je hoort het: ik sta er, ook nu de finale nadert, nog steeds van te kijken dat ik überhaupt een kind krijg. Want lawe wel wezen: zoveel had ik niet met de soort. Kinderen, die waren vooral leuk bij iemand anders, voor een uurtje. En vaak dat niet eens. Want kinderen willen eindeloos met je Rummikuppen. Kinderen eten hun eigen snot. Kinderen maken lelijke tekeningen waar je dan toch enthousiast over moet zijn. Kinderen zeuren, zaniken, dreinen en drenzen, liefst in restaurants, en het is maar weinig ouders gegeven daar corrigerend tegenop te treden. En dat is misschien nog wel het irritantst aan kinderen, hun ouders. Ouders die verblind zijn door liefde en dus alles lief, leuk en aardig vinden wat de spruit in kwestie uitvreet. Nee hoor, dacht ik dan, aan mijn lijf geen polonaise, in mijn tas geen snoetepoetsers, op mijn bloes geen spuugvlekken. Maar toen ontmoette ik een geweldige vent. Keek ik hem eens goed aan. En begon er spontaan iets te groeien. Niet in mijn buik, maar in mijn hoofd. Of in mijn hart. Of waar verlangens van samensmelting en eeuwigheid zich dan ook ontwikkelen. Het duurde even, want tussen wens en werkelijkheid bleken maanden van geduld te liggen, geduld, geplan en een enkele traan. Maar toen was het raak. ?Hormonen in het bloed, een vlek op de monitor, en kort daarna het rap geroffel van een hart dat niet het mijne was. En dus is nu alles anders. Nu heb ik voor het eerst interesse in andermans kinderfotos. Kijk ik met mededogen naar moeders met niet te troosten kroost in het vliegtuig. En kan ik niet wachten tot die van mij haar eerste lelijke tekening maakt. Betekent dat dat jullie voortaan worden doodgegooid met columns over krampjes, tandjes en al die zogenaamd grappige dingen die de kleine heeft gezegd? Welnee. Want net zo min als ik behoefte heb aan het snot van mijn buurjongetje, willen jullie weten over de poep van mijn dochter. Dat is het mooie aan ouder moeder worden, de benen staan reeds stevig op de grond. Maar nu even niet. Want nu lig ik in opperste verbazing te koekeloeren naar dat wonderlijke hoopje mens dat zojuist uit mij tevoorschijn is gekropen, een kind van vlees en bloed, een dochter ook nog eens, zo eentje die in vrouwenbladen zo koddig een mini-me wordt genoemd. Ik!
Fotografie: Anne Timmer. Haar en make-up: Romy de Borst @House of Orange