Altijd in de piekerstand: zo krijg je rust in je hoofd

Bang is iedereen weleens, maar als je doorslaat in extreem piekeren of panikeren is er iets mis.

Bang is iedereen weleens, maar als je doorslaat in extreem piekeren of panikeren is er iets mis. Het blijkt vooral een valkuil voor vrouwelijke millennials, en de coronacrisis doet er ook nog een schepje bovenop. Hoe komt dat, en vooral: hoe kom je ervan af?

Paniekaanval

Twee jaar terug. Ik zat gestrest in een café achter mijn laptop om een deadline te halen, beantwoordde intussen een dringende mail van een hoofdredacteur, zag met een schuin oog op mijn WhatsApp dat meneer X très nonchalant ons romantische weekendje Parijs afzegde (whut!?), terwijl mijn vriendin het café al binnen kwam lopen voor onze koffiedate. Opeens was het daar: kortsluiting! Het werd licht in mijn hoofd, ik voelde me duizelig, mijn hart klopte als een bezetene en ik kon niets anders dan naar buiten rennen en proberen diep in- en uit te ademen om mezelf te kalmeren – mijn vriendin verbaasd achterlatend. Een paniekaanval. Gelukkig is het me daarna nog maar een keer of drie keer overkomen, vaak midden in de nacht wanneer ik al uren piekerend in bed lag, op een moment dat er te veel gaande was in mijn leven en het me niet lukte in alle chaos de rust te bewaren. Ik weet nog dat ik ‘wat te doen bij een paniekaanval’ en ‘het verschil tussen een hartaanval en een paniekaanval’ googelde, waar ik achteraf overigens hard om kon lachen. Maar op dat moment dacht ik echt even dat ik gek werd of een ambulance moest bellen. Natuurlijk kan ik hier nu zo nonchalant over schrijven, omdat het mij sporadisch is overkomen. Maar voor mensen die ernstig last hebben van overmatige angst – en dat zijn er in deze tijd extra veel – valt er minder te lachen: zij hebben een heuse angststoornis te pakken. Meerdere vormen van angst vallen hieronder, zoals de paniekstoornis (terugkerende paniekaanvallen) en de piekerstoornis (gegeneraliseerde angststoornis, waarbij je je al minstens een half jaar onrustig en bezorgd voelt).

Onderzoek

Volgens Volksgezondheidenzorg.info blijkt uit het epidemiologische bevolkingsonderzoek uit 2011 dat er 1.068.700 mensen zijn met een angststoornis. En dat is veel! Een dergelijk onderzoek is sindsdien niet meer gehouden, maar we weten wel dat er in 2018 naar schatting 462.900 mensen bij huisartsen bekend waren met een angststoornis: 152.400 mannen en 310.500 vrouwen (35,8 op de 1000 vrouwen). Het is trouwens logisch dat deze cijfers flink lager liggen dan bij het epidemiologische onderzoek uit 2011: niet iedereen gaat met angstklachten langs de huisarts, de huisarts herkent het mogelijk niet, etc. Wat opvalt is dat vrouwen bijna twee keer zo vaak last hebben van een angststoornis als mannen én dat vooral vrouwelijke twintigers en dertigers de pineut zijn: gemiddeld 52,75 op de 1000 millennials hebben een angststoornis. Volgens de GGZ is die kans nog hoger bij vrouwen die zwanger of net bevallen zijn.

Vrouw én millennial

Bart Verkuil is Universitair Hoofddocent bij de sectie Klinische Psychologie aan de Universiteit Leiden en doet onderzoek naar de piekerstoornis. Waarom hebben vrouwelijke twintigers en dertigers de jackpot te pakken als het op angststoornissen aankomt? Verkuil: “Een echt duidelijk causaal verband is nog niet aangetoond, maar een logische verklaring kan zijn dat het “Het werd licht in mijn hoofd en ik kon niets anders dan naar buiten rennen” leven in een prestatiemaatschappij bij deze groep bijdraagt aan angsten en spanningen. Vooral twintigers die hun identiteit aan het vormen zijn, zijn sociaal gericht op anderen. Wanneer mensen die al wat kwetsbaarder zijn in hun zelfwaardering zichzelf continu vergelijken met anderen, kan dat angst in de hand werken. Dertigers zitten juist in een levensfase met heel veel verantwoordelijkheden. Je ziet dat de druk bij vrouwen enorm toeneemt omdat zij volgens klassieke genderpatronen nog steeds degenen zijn die grotendeels de zorg voor kinderen en huishouden op zich nemen, en zich tegelijkertijd individueel willen ontwikkelen. En single dertigers die graag kinderen willen, ervaren veel druk en spanning doordat de biologische klok opeens gaat tikken.”

Hoe ontwikkelt die druk zich vervolgens tot een angststoornis? “De kans dat dit gebeurt is vooral hoog bij vrouwen die erg perfectionistisch zijn ingesteld en het op alle vlakken goed willen doen. Als ze dan ook nog moeite hebben om nee te zeggen, dan hebben ze op een gegeven moment zo veel op hun bord dat de spanningen zich opstapelen. Deze vrouwen zitten vaak vol adrenaline en staan weinig in contact met hun lichaam. Daardoor is het voor hen moeilijk om te voelen hoe het écht met ze gaat. Op een gegeven moment bereikt hun gevoelstemperatuur een kookpunt en stapelen de angsten zich op.”

En er zijn nog meer redenen waarom vooral vrouwen angststoornissen krijgen. Verkuil: “Uit onderzoek blijkt dat de hormoonhuishouding bij vrouwen van invloed kan zijn. Ook een stereotype opvoeding kan een rol spelen: vrouwen worden vaak meer beschermend opgevoed dan mannen. Als een van je ouders heel bezorgd is en de andere ouder relativeert dat niet, kun je daadwerkelijk het idee krijgen dat de buitenwereld gevaarlijk is.” Daarnaast hangt de mate van angstigheid voor zowel mannen als vrouwen af van je genen en het temperament waarmee je wordt geboren. “De een is nou eenmaal emotioneel wat gevoeliger dan de ander”, zegt Verkuil. Er zijn ook onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat het brein van vrouwen gevoeliger is voor angsten, zoals gepubliceerd in Cerebral Cortex in 2008.

In het oog van de piekerstorm

Wat kun je doen als je midden in een piekerstorm of paniekaanval zit? Verkuil: “Bedenk allereerst dat het oké is dat je bang bent en je gespannen voelt, dat is heel menselijk en normaal. Iedereen heeft weleens een paniekaanval. Het helpt niet om tegen jezelf te zeggen dat je ermee moet stoppen en wel nu. Probeer er vriendelijk naar te kijken en deel het met mensen die je vertrouwt; emoties zijn bedoeld om in actie te komen en het kan kalmerend werken om ze met anderen te delen. Toch vinden met name vrouwelijke dertigers die in dat perfectionisme vastzitten dat moeilijk. Zelfs aan zichzelf kunnen ze vaak lastig toegeven dat het niet goed gaat. Verder is er een heel scala aan dingen die mensen kunnen doen om de symptomen te verminderen: ontspanningsoefeningen, sporten, schrijven.” Hoe je je angsten uiteindelijk overwint? “Door stapsgewijs datgene wat je eng vindt te gaan doen en uit te dagen. Daarnaast proberen we er met cognitieve therapie achter te komen wat eraan ten grondslag ligt en dat aan te pakken. Dat is effectiever dan je volledig met die paniekaanval bezighouden.”

Renee (30, huiswerkbegeleider) ging vanwege terugkerende angsten in therapie: “Emoties stapelden zich bij mij altijd al op, maar pas vorig jaar kreeg ik last van paniek- en angstaanvallen. Al mijn hele leven vergelijk ik mezelf op een onrealistische manier met anderen. Ik wilde het even goed of beter doen en was doodsbang dat iets me niet zou lukken. Mijn paniekaanvallen begonnen in de auto op weg naar mijn werk: huilend en zenuwachtig zat ik achter het stuur, doodsbang dat ik later een mail met kritiek zou openen. Op m’n werk blokkeerde ik vervolgens volledig – ik werd benauwd, kreeg hartkloppingen of een huilbui. Ik kreeg mijn werk niet meer gedaan, kon me niet meer concentreren en onthield niks meer. Doodvermoeiend. Een half jaar heb ik het volgehouden, toen ben ik uitgevallen. Inmiddels krijg ik cognitieve gedragstherapie en kan ik het beter herkennen wanneer ik een denkpatroon inga dat niet handig is. Ook leer ik nu beter voelen wanneer iets me te veel wordt, want ik kon mezelf heel lang met mijn hoofd wijsmaken dat het wél goed ging.”

Angst in tijden van corona

En dan is er natuurlijk corona. Dat moet mensen wel angstig maken zou je denken. Verkuil: “Uit de voorlopige onderzoeken blijkt dat het grootste deel van de mensen heel weerbaar en veerkrachtig reageert. Maar als je al kwetsbaar bent voor angstproblemen kan corona je over the edge duwen. Juist deze kwetsbare groep kan slecht omgaan met onzekerheid en die is er natuurlijk volop tijdens de coronacrisis, zowel wat gezondheid als carrière en sociale steun betreft. Aan de andere kant is er een groep mensen met spanningsklachten die in deze tijd juist thuis herstelt en tot rust komt.”

Om met een positieve noot te eindigen: volgens Verkuil zitten er ook goede kanten aan dat gekmakende gepieker, zoals hij beschrijft in het boek De gelukkige piekeraar dat dit jaar is verschenen. “Piekeren maakt je bewust van waar je eigenlijk om geeft. Het is heel belangrijk dat je ergens over in kunt zitten en je daarin vastbijt. Als je je nergens druk om maakt, dan ben je superongevoelig geworden voor het leven. Het is net als verdrietig zijn: het is niet leuk, maar ’t heeft wel een functie.”

Bron: Mariska Vermeulen | Beeld: Gantas Vaičiulėnas

Laatste nieuws